V4 - TH1 - les 3

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen 
Basisstof 4: Celorganellen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen 
Basisstof 4: Celorganellen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • de delen van dierlijke cellen en van plantaardige cellen herkennen en de functies ervan benoemen.
  • (een microscoop gebruiken en daarmee (delen van ) organismen bestuderen. )

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS2 *
organel
celmembraan
celwand
cytoplasma (celplasma)
celkern 
kernmembraan
vacuole
vacuolemembraan
plastiden
bladgroenkorrels
chromoplasten
leukoplasten
bladgroen
intracellulaire ruimte
preparaat
object

transmissie-electronen-microscoop (TEM)

scanning elektronenmicroscoop (SEM)

*uitwerking organellen BS3

Slide 3 - Tekstslide

BINAS 79B

Slide 4 - Tekstslide

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kernplasma
kernmembraan
celmembraan

Slide 5 - Sleepvraag

Benoem de onderdelen. 
cytoplasma
kern
kernmembraan
celmembraan
celwand
intercellulaire ruimte
vacuole

plastide (bladgroenkorrels)
vacuolemembraan

Slide 6 - Sleepvraag

Microscoop
Robert Hooke (1665)
  • 30 x vergroten
  • kon als eerste cellen waarnemen

Antoni van Leeuwenhoek

  • enkele jaren later 480x vergroting

Slide 7 - Tekstslide

lamp
revolver
preparaatklem
tubus
tafel
diafragma
statief
grote schroef
kleine schroef
oculair
objectief

Slide 8 - Sleepvraag

wat te zien met de microscoop?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk!
Lees BS3 en 
maak de opdrachten  *20-25
daarna bespreken.


klaar?? Lees BS4 Celorganellen
* 19 hebben we net gedaan :-)
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 3: Plantaardige en dierlijke cellen 
Basisstof 4:  Celorganellen

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je...
  • een cel beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. 
  • de bouw en functie van het cytoskelet van cellen beschrijven. 

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen BS4
kernplasma
nucleolus
kernporiën
chromosomen 
endoplasmatisch reticulum
  • ruw / glas (smooth) 
ribosomen 
golgisysteem
exocytose
secretie
lysosomen
mitochondriën
ATP
cytoskelet
motoreiwitten
microtubuli
microfilamenten
fosfolipiden
hydrofiel
hydrofoob
membraaneiwitten
receptoreiwitten
cholesterol

Slide 18 - Tekstslide

Organellen
alle onderdelen in een cel, bijvoorbeeld:
  • celkern
  • endoplasmatisch reticulum
  • golgisysteem
  • mitochondriën
  • lysosomen
  • plastiden

Slide 19 - Tekstslide

Celorganellen
  • onderdelen van een cel
  • sommigen liggen niet op een vaste plaats
  • andere liggen vast d.m.v. het cytoskelet

Slide 20 - Tekstslide

Celkern
De celkern:

  • bestaat uit kernplasma en kernmembraan met kernporiën
  • In de celkern liggen chromosomen in een nucleolus waar delen van de ribosomen gemaakt worden
  • Ribosomen zijn kleine bolvormige organellen die eiwitten produceren. 
  • Via kernporiën verlaten ze de celkern naar het cytoplasma.

Slide 21 - Tekstslide

Celkern
De celkern:
  • bestaat uit kernplasma en kernmembraan met kernporiën
  • In de celkern liggen chromosomen in een nucleolus waar delen van de ribosomen gemaakt worden
  • Ribosomen zijn kleine bolvormige organellen die eiwitten produceren. 
  • Via kernporiën verlaten ze de celkern naar het cytoplasma.

Slide 22 - Tekstslide

RER, GER en golgisysteem
endoplasmatisch reticulum = ER
  • ruw = RER en glad = GER of SER
  • eiwitproductie
  • ribosomen op RER
golgisysteem 
  • eiwit bewerking

Slide 23 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum en golgisysteem
  • in het cytoplasma
  • het is een dubbel membraan
  • Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) bevat ribosomen 
  • Glad endoplasmatisch reticulum (GER/SER = smooth) bevat geen ribosomen
  • Golgi-apparaat/golisysteem neemt de blaasjes met eiwitten op en geeft deze hun uiteindelijke vorm.

Slide 24 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum en golgisysteem
In het cytoplasma ligt het endoplasmatisch reticulum.
  • Ruw endoplasmatisch reticulum (RER) bevat ribosomen (deze maken eiwitten die worden afgegeven in de holten van de membranen)
  • Glad endoplasmatisch reticulum (GER/SER)
  • Golgi-apparaat/golisysteem neemt de blaasjes met eiwitten op en geeft deze hun uiteindelijke vorm.

Slide 25 - Tekstslide

Golgisysteem/golgi apparaat
  • Bewerkt de eiwitten gemaakt door ribosomen tot ze hun definitieve vorm hebben.
  • De eiwitten worden  in blaasjes vervoerd. Soms naar buiten de cel (exocytose).
  • Als hierbij stoffen vrijkomen, spreek je van secretie.
  • Soms blijven de blaasjes in de cel: lysosomen.
  • Lysosomen spelen een rol bij de vertering in de cel.

Slide 26 - Tekstslide

Golgisysteem/golgi apparaat
  • Bewerkt de eiwitten gemaakt door ribosomen tot ze hun definitieve vorm hebben.
  • De eiwitten worden  in blaasjes vervoerd. Soms naar buiten de cel (exocytose).
  • Als hierbij stoffen vrijkomen, spreek je van secretie.
  • Soms blijven de blaasjes in de cel: lysosomen.
  • Lysosomen spelen een rol bij de vertering in de cel.

Slide 27 - Tekstslide

  • Celkern: Regelt alles wat er in de cel gebeurt
  • Nucleolus: Produceert ribosomen
  • Ribosomen: Produceren eiwitten
  • Endoplasmatisch reticulum: Dubbele membranen met afgeplatte holtes en kanaaltjes
  • Ruw: Bevat ribosomen
  • Golgisysteem: Neemt blaasjes met eiwitten op en bewerkt de eiwitten tot hun uiteindelijke vorm

Slide 28 - Tekstslide

extra uitleg of informatie:

Slide 29 - Tekstslide

aan de slag
maak opdrachten 28 en 29

klaar? lees de rest van BS4
timer
1:00

Slide 30 - Tekstslide