In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
22C
Slide 1 - Tekstslide
r. 1: petito speculo; iemand vertaalt dat als 'na de vraag om een spiegel'. Daarmee handhaaft de vertaler niet de grammaticale structuur van het Latijn. Leg dat uit aan de hand van petito
Slide 2 - Open vraag
r. 3 t/m 6 (Omnibus t/m dictis): Noteer de hoofdzin.
Slide 3 - Open vraag
r. 4: advenientes; dit is een ppa, hoe is dit ppa gebruikt
A
als PTC in de abl abs
B
bijvoeglijk
C
predicatief
Slide 4 - Quizvraag
r. 9: diei =
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 5 - Quizvraag
r. 11: domus =
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
r. 12: certantibus; dit is een PTC, hoe is dit PTC gebruikt?
A
als PTC in de abl abs
B
bijvoeglijk
C
predicatief
D
als onderdeel van de persoonsvorm
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
r. 13: laudatus; dit is een ppp, hoe is dit ppp gebruikt?
A
als PTC in de abl abs
B
bijvoeglijk
C
predicatief
D
als onderdeel van de persoonsvorm
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
r. 15: cremati; dit is een PTC, hoe is dit PTC gebruikt
A
als PTC in de abl abs
B
bijvoeglijk
C
predicatief
D
als onderdeel van de persoonsvorm
Slide 12 - Quizvraag
regel 15: van iuraret is een AcI afhankelijk. Noteer de AcI.