Ordinals (rangtelwoorden)

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je wat rangtelwoorden zijn
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je wat rangtelwoorden zijn

Slide 1 - Tekstslide

Groep 3
maken opdracht 6 t/m 10
klaar? maak opdracht in edform

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn rangtelwoorden?
(Ordinals)

Slide 3 - Woordweb

1 >< 20
Hoe maak je een rangtelwoord?
Bij de meeste rangtelwoorden wordt er +th achter het gewone telwoord gezet:                                                                                               four - fourth - 4th               seven - seventh - 7th
     nine - ninth - 9th                 eleven - eleventh - 11th 
Bij eerste, tweede en derde is dat niet het geval:
one - first - 1st        two - second - 2nd        three - third - 3rd

Slide 4 - Tekstslide

>20-30-40-50 and so on!
20th = twentieth
30th = thirtieth
40th = fortieth
50th = fiftieth
60th = sixtieth

Rule: -y + ieth

Slide 5 - Tekstslide

'Between tens'
21th = twenty-first
22nd = twenty-second
23rd = twenty-third
81 = eighty-first

Rule: cardinal + verbindingsstreepje (-) + ordinal
                  (hoofdtelwoord)                                         (rangtelwoord)

Slide 6 - Tekstslide

> 100
100th = one hundredth
101st = one hundred and first
500th = five hundredth
1,000th = one thousandth
1,000,000th = one millionth

Slide 7 - Tekstslide

huiswerk
maken opdracht 6 t/m 10

Slide 8 - Tekstslide

Fill in the correct ordinal
23th

Slide 9 - Open vraag

Fill in the correct ordinal
76th

Slide 10 - Open vraag

Fill in the correct ordinal
100th

Slide 11 - Open vraag

Fill in the correct ordinal
5th

Slide 12 - Open vraag

Fill in the correct ordinal
12th

Slide 13 - Open vraag

Fill in the correct ordinal
16th

Slide 14 - Open vraag