C) Wanneer het begrotingstekort in een bepaald jaar groter is dan de aflossingen van de overheidsschuld in dat jaar, dan neemt de overheidsschuld alleen maar toe. (dus als ze in dat jaar weer meer geld moeten lenen dan dat ze aflossen, neemt de overheidsschuld toe)
Begrotingssaldo =
A) Als de geplande uitgaven hoger zijn dan de inkomsten, het gat dat er dan ontstaat (negatief begrotingssaldo=begrotingstekort)
B) Hoeveel geld er in een jaar geleend moet worden om de overheidsuitgaven te betalen (negatief begrotingssaldo = begrotingstekort)
D) overheidsinkomsten - overheidsuitgaven (verschil tussen inkomsten en uitgaven)