3/2 Formuleren H4 - foutief beknopte bijzin

Formuleren H4
Foutief beknopte bijzin
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Formuleren H4
Foutief beknopte bijzin

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning


  • Korte activiteit
  • Instructie/quiz
  • Werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Spelen met woorden: raadsel
Geef iedereen de kans om het raadsel op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe de  het in je hoofd.
  • Lees het raadsel  rustig en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel druppels kunnen er in
een leeg glas?

Slide 4 - Open vraag

Waarom heeft een kale man altijd liefdesverdriet?

Slide 5 - Open vraag

Wanneer je mij hardop zegt, ben ik verdwenen.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les onthouden hebt.

Slide 7 - Woordweb

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan ik beknopte bijzinnen herkennen.
  • kan ik foutieve beknopte bijzinnen verbeteren.

Slide 8 - Tekstslide


A
ab
B
bc
C
bd
D
cd

Slide 9 - Quizvraag

 Formuleren
H1: zin correct begrenzen
H2: samentrekkingen controleren
H3: verwijswoorden
H4: beknopte bijzinnen

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdzin/bijzin
Hoofdzin = zelfstandige zin --> pv en o naast elkaar
Bijzin = afhankelijke zin, kan niet zonder de hoofdzin

Je moet niet meteen boos worden als hij een fout maakt.
Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaker gelogen heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Beknopte bijzin
Een beknopte bijzin heeft geen persoonsvorm en geen onderwerp. Een beknopte bijzin is alleen correct als het denkbeeldig onderwerp hetzelfde is als het onderwerp in de hoofdzin:
Na de computer te hebben opgestart, kon ik weer verder met mijn verslag.                                              (PV OW)

Slide 12 - Tekstslide

Beknopte bijzin
Na de computer te hebben opgestart, kon ik weer verder met mijn verslag.

beknopte bijzin: Na de computer te hebben opgestart
hoofdzin: kon ik weer verder met mijn verslag
                (PV OW)

Correct, want:  ow hoofdzin = denkbeeldig ow beknopte bijzin

Slide 13 - Tekstslide

Beknopte bijzin
Na de computer te hebben opgestart, werkte alles weer.

beknopte bijzin: Na de computer te hebben opgestart
hoofdzin: werkte alles weer
                     (PV OW)

Foutief, want:  ow hoofdzin = niet denkbeeldig ow bijzin

Slide 14 - Tekstslide

Werk voor de deze les + huiswerk: Alvast aan het werk? 
  • je begrijpt de lesstof/theorie voldoende (je kunt het groene theorieblok uit je boek gebruiken als ondersteuning) 
  • je werkt in stilte en je mag niet praten of overleggen en geen vragen stellen
  • je bent echt aan het werk!
Klaar = in stilte lezen of werken aan een ander vak

Blz. 128/129, startopdracht + opdracht 1 en 2
+nakijken en verbeteren met een andere kleur!
Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!

Slide 15 - Tekstslide

Trucje
  • Geef antwoord op de vraag: wie/wat + pv 
  • Geef antwoord op de vraag: wie/wat doet iets in de bijzin?
  1. Hetzelfde antwoord? -> dan goed
  2. Verschillende antwoorden? -> dan fout

Lekker op het strand wandelend, woei de wind door Jims haren.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de beknopte bijzin:
Om die scooter te kunnen kopen, zul je nog even flink moeten sparen.
A
om die scooter te kunnen kopen
B
zul je nog even flink moeten sparen

Slide 17 - Quizvraag

Zuchtend en steunend kwam ik na lang slapen uit mijn bed.
Benoem de beknopte bijzin.

Slide 18 - Open vraag

Lekker op het strand wandelend, woei de wind door Jims haren.
A
correct
B
foutief

Slide 19 - Quizvraag

Liggend in het gras genoot ik van de warme zonnestralen.
A
correct
B
foutief

Slide 20 - Quizvraag

Na mijn mobiel te hebben opgeladen, was hij binnen twee uur weer leeg.
A
correct
B
foutief

Slide 21 - Quizvraag

Na door de winkelier te zijn gereinigd, liep het oude horloge weer prima op tijd.
A
correct
B
foutief

Slide 22 - Quizvraag

Terwijl ik mijn boterham opeet, leer ik nog even voor mijn toets.
Maak er een zin van met een beknopte bijzin en benoem de beknopte bijzin.

Slide 23 - Open vraag

Slapend op mijn kussen, lag ik heerlijk te dromen.
Maak er een zin van met een bijzin en een hoofdzin van
en benoem de hoofdzin.

Slide 24 - Open vraag

Werk voor de deze les + huiswerk: 

Blz. 128/129, startopdracht + opdracht 1 en 2
+nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:
  • kan ik beknopte bijzinnen herkennen.
  • kan ik foutieve beknopte bijzinnen verbeteren.

Slide 26 - Tekstslide

Ik weet hoe ik correct een beknopte bijzin moet formuleren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 28 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 29 - Open vraag