Kapitel 1 - les 7

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

M3: Kapitel 1 - Les 7

Wat heb je nodig voor deze les:

• Je Ipad met oortjes/hoofdtelefoon
• Je Deutschbuch A

Heute:

Zelfstandig: 

1. Digitaal:  Wiederholung müssen & sollen + vaste voorzetsels 4e naamval.
2. Aufgaben im Buch: maakwerk en nakijken voorafgaande opdrachten.

Leerdoelen

• Je herhaalt müssen & sollen
• je herhaalt de vaste voorzetsels van de 4e naamval
• Je herhaalt de woordenschat, Redemittel en grammatica van Kapitel 1 tot nu toe.

Zelfstandig:

Maken: Aufgabe 27 a,b,c, e & f, 28, 29 

Tipp: Je hebt je Digibuch nodig voor de luisterfragmenten. Bij de leesopdrachten mag je gebruik maken van een woordenboek.

Digitaal: Wiederholung müssen & sollen, vaste voorzetsels 4de naamval

Hausaufgaben:

Maken:  Les 7 LU en  Aufgabe Aufgabe 24, zum Schluss & Aufgabe 26

Leren: müssen & sollen, haben, sein, werden- blz. 16, aantekening regelmatige werkwoorden en het voltooid deelwoord van het zwakke werkwoord. De uitleg kun je ook in L.U opnieuw bekijken.

Nakijken: Boek - Aufgabe 1 t/m 15, 17 & 19 t/m 24, zum Schluss & Aufgabe 26

Quizlet Mavo 3

Leer 10 minuten de lijsten: 

• müssen, sollen 
• haben, sein 
• regelmatige werkwoorden (e/st/t/en/t/en)\
  
• vaste voorzetsels 4de naamval

Leerdoelen

• Je herhaalt müssen & sollen
• je herhaalt de vaste voorzetsels van de 4e naamval
• Je herhaalt de woordenschat, Redemittel en grammatica van Kapitel 1 tot nu toe.

Ken je müssen en sollen uit je hoofd?

Kun je müssen en sollen toepassen?

Kun je de vaste voorzetsels van de 4e naamval toepassen?

Ken je de theorie van de grammatica voor het eerste SE?

Uitleg: müssen en sollen

0

Vaste voorzetsels 4de naamval

Let op, je moet de lidwoordenschema's ook kennen.

0

Der, die of das? de geslachtsregels

0

0

Wiederholung duzen & Siezen

In Duitsland zeg je...

"du" tegen:    ouders, familieleden

                            kinderen van je eigen leeftijd

                            vrienden, goede kennissen

"Sie" tegen:  mensen die je niet kent, ouder dan 16

                           personen die in een organisatie boven je staan

Wiederholung ein/eine

Ein, kein en de bezittelijk voornaamwoorden:

Mannelijk/onzijdig = (m)ein

Vrouwelijk/meervoud = (m)eine

Ezelsbruggetje:

der/das = (m)ein

die/die = (m)eine

Bezittelijk voornaamwoorden en kein met vertaling:

geen  = kein             zijn            = sein

mijn = mein             ons/onze  = unser

jouw = dein              jullie          = euer

 haar = ihr                  uw             = Ihr

uitleg van het regelmatige werkwoord 

0

0

e - st - t- en - t - en

www.duits.de

PTA Duits 2019-2020

V.O.T. I & Luistervaardigheid I

Week 40 V.O.T. I: 30 september

• müssen, sollen tegenwoordige tijd
• haben, sein tegenwoordige tijd,       
• regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd (e/st/t/en/t/en)\
• vaste voorzetsels 4de naamval (hiervoor moet je het der- & ein schema kennen!)

Week 45 Luistervaardigheid I:

Je maakt een kijk- en luistertoets. Hiervoor moet je oefenen!