natuur en milieu

Natuur en milieu 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Natuur en milieu 

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
* paragraaf 2 en 3; begrippen natuur en milieu
* paragraaf 4; verdiepingsstof over duurzaamheid
* paragraaf 5; moet de rituele slacht verboden worden
* paragraaf 6; moeten dierproeven verboden worden

Slide 2 - Tekstslide

Natuur

Slide 3 - Woordweb

 par. 2 Natuur
Natuur; datgene wat de mens aantreft. Dus niet door de mens gemaakt of gewijzigd is.
Dieren; onder te verdelen in; 
       - wilde dieren --> leven in het wild
       - huisdieren --> leven en wonen in of om een huis
                * landbouwhuisdieren
                * gezelschapsdieren


Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdrachten 
3 t/m 8

antwoorden inleveren in Teams bij opdrachten!

Slide 5 - Tekstslide

Milieu

Slide 6 - Woordweb

Milieu
Alles wat tot jouw omgeving hoort.
  • natuurlijke omgeving
  • culturele omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg 
Milieu = de omgeving (gemaakt en niet gemaakt door de mens):
  1. Natuur = natuurlijke omgeving
  2. Cultuur = omgeving door de mens gemaakt ( waarden, normen & tradities)  
We kunnen het milieu gebruiken voor: 
  • Eigen wensen 
  • Grondstoffen
  • Iets toevoegen (positief + negatief) 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Huiswerk
Maken opdrachten 
10 t/m 13
Inleveren in Teams bij opdrachten.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling paragraaf  2 en 3

Slide 11 - Tekstslide

hij is zo dom als een ……..
A
koe
B
varken
C
ezel
D
os

Slide 12 - Quizvraag

wat betekent het begrip Natuur
A
Datgene wat de mens maakt
B
Datgene wat de mens wijzigt
C
Datgene wat de mensen aantreft

Slide 13 - Quizvraag

wat valt onder het begrip natuur?
A
De Noordzee, Olifant, het kanaal,
B
De Noordzee, Olifant, Carnaval,
C
De Noordzee, Olifant, regenwoud

Slide 14 - Quizvraag

Wat doen mensen met het milieu
A
Aanpassen aan eigen wensen
B
ze halen iets uit het milieu
C
Ze voegen iets toe aan het milieu
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

Wilde dieren zijn nuttig voor de mens
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

landbouwdieren behoren tot
A
wilde dieren
B
huisdieren
C
gezelschapsdieren

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent milieu?
A
Leefomgeving
B
Natuur, planten en dieren
C
Dampkring en atmosfeer
D
Uitlaatgassen en vervuiling

Slide 18 - Quizvraag

wat hoort tot jouw milieu?
A
familie, vrienden
B
buurt, dorp, stad,
C
Nederland, de hele wereld
D
alle drie de voorbeelden

Slide 19 - Quizvraag

Duurzaamheid

Slide 20 - Woordweb

paragraaf 4 Duurzaamheid
Duurzaamheid wil zeggen; er voor zorgen dat mensen in de toekomst ook een menswaardig leven kunnen hebben.

Slide 21 - Tekstslide

4.2 opwarming van de aarde

Slide 22 - Tekstslide

Invloed van het klimaat.
Klimaatverandering; verandering van gemiddelde weertype over een bepaalde periode.

Wat merken we daarvan in Nederland?
Gevolgen van klimaatverandering? 

Slide 23 - Tekstslide

Andere gevolgen van klimaatverandering.

wereldwijd;
* overstromingen als gevolg van stijging van het zeeniveau
* mislukken van de graanoogsten door droogte
* verspreiding van ziekten zoals malaria
* uitsterven van planten en dieren

Slide 25 - Tekstslide



         Duurzaam


     Niet duurzaam
- Kleren twee dagen aan
- Zonnepanelen kopen
- Elektrische fiets/gewone fiets gebruiken

- vliegvakantie
- veel gamen
- elke dag vlees eten
- veel kleding kopen bij H&M
- fles water kopen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

De voetafdruk

Slide 28 - Tekstslide

Voetafdruk; is een getal voor de ruimte die je nodig hebt voor consumptie. Dat kan zijn voor gezin, school, bedrijf, Nederland, hele wereld.
wat voor een ruimte hebben we nodig voor; voedsel, kleding, huisvesting, vervoer enz.

Slide 29 - Tekstslide

HUISWERK
MAKEN OPDRACHT; 14 T/M 17

Slide 32 - Tekstslide

par. 5 ritueel slachten
ongeveer 2 miljoen dieren in NL
* halal = zuiver, rein
* haram = onzuiver

* slachter moet moslim zijn
* slachtplaats moet schoon zijn
* eerst Allah prijzen en danken.


Slide 33 - Tekstslide

De voorstanders
vrijheid van godsdienst
hoort bij jodendom en islam

Slide 34 - Tekstslide

maken opdracht;
19 t/m  22

Slide 35 - Tekstslide

Dierproeven
In Nederland duizenden dierproeven.
   ratten, muizen, honden.

De dieren hebben pijn en gaan dood.
Moeten we stoppen met dierproeven?

Slide 36 - Tekstslide

6.2 algemene informatie
drie belangrijke doelen; 

* herkennen van ziekten en ontwikkelen van medicijnen
* Kennis opdoen over schadelijke effecten van stoffen 
                    (giftigheidsonderzoek)
* onderwijs aan studenten

Slide 38 - Tekstslide

dierproeven en de wet
1977: vergunning nodig
            alleen deskundigen 
            dieren uit het wild zijn verboden
1995; alleen wanneer echt nodig
1997; alleen testen op dieren die in het laboratorium opgegroeid zijn

Slide 39 - Tekstslide

2003; verboden om mensapen te gebruiken

2013; verbod op dierproeven voor cosmetica ( Europa)

Slide 40 - Tekstslide

6.3 voorstander
*
* gezondheid van mensen (onderzoek medicijnen)
* veiligheid van mensen (giftigheid)
*  onderwijs aan jonge mensen ( universiteit, beroepsonderwijs)

Slide 41 - Tekstslide

6.4 standpunt dierbeschermer
pijn en ellende; 
     * te kleine kooien
     * bestraald, verbrand 
     * ingesmeerd met agressieve stoffen

niet betrouwbaar alle testen op dieren.

Slide 42 - Tekstslide

6.5 christelijk standpunt
Natuur is een geschenk van God aan de mens.
   respecteren, niet kapot maken.
Franciscus van Assisi --> Werelddierendag 4 oktober



Slide 43 - Tekstslide