Terugblik op S.O.

Achmed reist door Afrika vanaf de evenaar naar de noordkust. Welke vier klimaten passeert hij achtereenvolgens?
A
Tropisch regenwoudklimaat, savanneklimaat, steppeklimaat, woestijnklimaat.
B
Tropisch regenwoudklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat, steppeklimaat.
C
Tropisch regenwoudklimaat, steppeklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat.
D
Tropisch regenwoudklimaat, steppeklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat.
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Achmed reist door Afrika vanaf de evenaar naar de noordkust. Welke vier klimaten passeert hij achtereenvolgens?
A
Tropisch regenwoudklimaat, savanneklimaat, steppeklimaat, woestijnklimaat.
B
Tropisch regenwoudklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat, steppeklimaat.
C
Tropisch regenwoudklimaat, steppeklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat.
D
Tropisch regenwoudklimaat, steppeklimaat, savanneklimaat, woestijnklimaat.

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Kijk naar de klimaatgrafieken. Welk klimaat hoort bij welke grafiek? Kies uit:
A
A= Woestijnklimaat, B=Tropisch Regenwoudklimaat, C= (gematigd) Zeeklimaat
B
A=Tropisch Regenwoudklimaat, B=Woestijnklimaat, C= Landklimaat
C
A= Woestijnklimaat, B= Tropisch Regenwoudklimaat, C= Landklimaat
D
A= Tropisch Regenwoudklimaat, B= Woestijnklimaat, C= (gematigd) Zeeklimaat

Slide 3 - Quizvraag

Welke klimaatgrafiek hoort bij een plek op het zuidelijk halfrond?
A
Grafiek B
B
Grafiek F
C
Grafiek D
D
Grafiek C

Slide 4 - Quizvraag

Maak de zin af met de 4 juiste woorden.
Dankzij de … (I)… afstand door de atmosfeer van de zonnestralen en de …(II)... invalshoek die zij maken met het aardoppervlak is het warm in de tropen. De zon verwarmt hier een …(III)... oppervlak en vanaf de grond zie je dit aan een …(IV)... zonnestand.

Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
I=korte, II = kleine, III = klein, IV= hoge
B
I = korte, II = grote, III = klein, IV = hoge
C
I = lange, II = grote, III= klein, IV = lage
D
I = korte, II = kleine, III = klein, IV = lage

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Het klimaat is het gemiddelde weer van een lange periode. Hoe lang is deze periode?
A
20 jaar
B
10 jaar
C
5 jaar
D
30 jaar

Slide 7 - Quizvraag

Hoog in de bergen zie je in de zomer soms sneeuw liggen. De plaats waar dit begint, is de sneeuwgrens (0 graden). Jij bevindt je op de sneeuwgrens op 4200 meter hoogte. Welke temperatuur is het op zeeniveau?
A
21 graden Celsius
B
12,6 graden Celsius
C
25,2 graden Celsius
D
16 graden Celsius

Slide 8 - Quizvraag

Op 4200m is het 0 graden
4200 meter = 4,2 km.
 4,2 x 6 = 25,2 graden Celsius

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding van de aarde hiernaast.

Op welk halfrond is het op de afbeelding zomer?
A
Oostelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
C
Noordelijk halfrond
D
Westelijk halfrond

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de tabel en beantwoord de volgende vraag.

Welke plaats ligt op de laagste breedte?
A
Boerengat
B
Bastardo
C
Timboektoe
D
Barrow

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Van welke plaats verwacht je door de ligging dat deze het koudste klimaat heeft?
A
Boerengat
B
Bastardo
C
Timboektoe
D
Barrow

Slide 13 - Quizvraag

Algemene regel
Hoe verder van de evenaar hoe .....

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk de kaart van Zuid-Amerika. Wat zijn de coördinaten van Bogota?
A
5°N.B., 73°O.L.
B
5°Z.B., 73°O.L.
C
5°N.B., 73°W.L.
D
5°Z.B., 73°W.L.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide