Les 30

Thema 17- taak 4- Ik zoek een flexibele baan
Ken je alle woorden van taak 4?
Welke woorden zijn moeilijk?

Opdracht:
Omschrijf een woord, je medecursist raadt


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Thema 17- taak 4- Ik zoek een flexibele baan
Ken je alle woorden van taak 4?
Welke woorden zijn moeilijk?

Opdracht:
Omschrijf een woord, je medecursist raadt


Slide 1 - Tekstslide

A1-A2 in bibliotheek Lisse
  • Huiswerk voor 13-1

  • Thema 17- taak 4- 7 (doe de taak)- 9- Stuur naar mij via LINK
  • Toets thema 17
  • Thema 18- taak 1- 1 t/m 6
  • Grammatica: 3.14 de zin met ‘omdat’, ‘als’ : Omdat ik moe ben, ga ik naar bed

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Het nieuws
  • Slotopdracht werkblad Modale werkwoorden
  • Grammatica:
3.14 de zin met ‘omdat’, ‘als’ : Omdat ik moe ben, ga ik naar bed
  • Thema 18 - taak 1- woorden
  • Thema 18 - taak 1

Slide 3 - Tekstslide

Het nieuws in makkelijke taal
Apotheken dicht door staking
Bijzonder onderzoek bij dam
Grote natuurbranden in Los Angeles

Slide 4 - Tekstslide

Thema 18- taak 1- woorden
Zijn alle woorden van taak 1 duidelijk?
Welke woorden zijn moeilijk?

opdracht: 

Slide 5 - Tekstslide

Thema 18- taak 1- Ik zoek een flexibele baan
We lezen de tekst op bladzijde 312: Inpakker tijdschriften bij Media

Slide 6 - Tekstslide

Thema 18- taak 4- Ik zoek een flexibele baan
opruimen  
Ik ruim de kamer op.                                         Ik ruimde de kamer op.
   
invullen  
Hij vult het formulier in.                                  Hij vulde het formulier in.
   
schoonmaken  
We maken de keuken schoon.                       We maakten de keuken schoon.
 



Gebruik je bijvoorbeeld opruimen, invullen, uitnodigen?

Schrijf -de(n)

Gebruik je bijvoorbeeld schoonmaken, opmaken, instappen, uitstappen?

Schrijf -te(n)

Slide 7 - Tekstslide

Thema 17- taak 4- Ik zoek een flexibele baan
uitgeven
A) John geeft honderd euro uit.                                 B) John .......... honderd euro uit

uitzoeken
A) Zoeken jullie een mooi cadeau uit?                    B) ................. jullie een mooi cadeau uit?

terugbrengen
A) Presens                                                                       B) Imperfectum
meenemen
A) presens                                                                       B) imperfectum





 


Slide 8 - Tekstslide

Thema 17- taak 4- Ik zoek een flexibele baan
Opdracht 2 t/m 9

Slide 9 - Tekstslide

Slotopdrachten
A) werkwoorden
B) Vragen stellen
C) modale werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide