H6.3 Rekenen met de (vergrotings)factor

Welkom

💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

📖 Leg bladzijde 226 §6.3 voor je open.

🔲 Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:

H6.3 Rekenen met de vergrotingsfactor

1 / 11

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.

📖 Leg bladzijde 226 §6.3 voor je open.

🔲 Laat je ipad maar even in je tas.

DEZE LES:

H6.3 Rekenen met de vergrotingsfactor

Slide 1 - Tekstslide

oefenen

uitleg

lesprogramma

nakijken

§6.2 opd 11, 12, 13 &14

Herhalen: werken met de vergrotingsfactor

Samen maken opd 17 en 18

aan de slag

Afmaken §6.3

voorkennis

Hoe bereken je de vergrotingsfactor

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken

Verbeter met een andere kleur pen of potlood.

nakijken: H6.2 opd. 11, 12, 13 en 14.

Slide 3 - Tekstslide

Wat leer je deze les?

Ik kan uitleggen wat een beeld en een origineel is.

Ik kan de vergrotingsfactor bij twee gegeven lengtes berekenen.

Ik kan met de vergrotingsfactor de nieuwe maten van de figuur berekenen.

leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

VERGROTEN

Origineel en beeld

Bij vergrotingen praten we over vergrotingen van figuren, foto's, objecten etc.

Het figuur dat vergroot wordt heet ORIGINEEL

De vergroting heet het BEELD (de kopie)

In de tekst wordt vaak duidelijk welk plaatje het

beeld is en welk plaat je het origineel.

Driehoek EFD is een vergroting van driehoek CAB

uitleg

Beeld & origineel

Slide 5 - Tekstslide

De vergrotingsfactor bereken je met de volgende formule:

Vergrotingsfactor =

* De vergrotingsfactor is het getal waar je de maten van het origineel mee vermenigvuldig om de

maten van de kopie te krijgen.

\frac{​ m a a t b e e l d ​ ​}{​ m a a t o r i g i n e e l ​}

Aantekening

origineel

m a a t o r i g i n e e l \times v e r g r o t i n g s f a c t o r = m a a t b e e l d

Slide 6 - Tekstslide

Onthoudt:

Twee figuren zijn vergrotingen van elkaar als:

Het origineel en de kopie dezelfde vorm zijn. (beide een rechthoekige driehoek bijvoorbeeld)
Overeenkomende hoeken even groot zijn. (de graden van de hoeken blijven even groot)
De zijden met dezelfde factor worden vermenigvuldigd (maten x hetzelfde getal)

Aantekening

Slide 7 - Tekstslide

Vergrotingsfactor. Met welk getal moet je nu vermenigvuldigen?

Meet de lengte van één zijde van je origineel en meet dezelfde zijde bij je beeld

\frac{​ l e n g t e b e e l d ​ ​}{​ l e n g t e o r i g i n e e l ​}

Origineel

Slide 8 - Tekstslide

vraag 17 en 18 blz. 227

oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig

aan de slag

Mk: opd. 15, 16, 19, 21, 22 (blz. 220/222)

Klaar?

Mk: opd 021 en U3 (blz. 223)

Zelfstandig aan de slag

Gebruik je aantekeningen als het even niet zelfstandig lukt.

timer

7:00

Slide 10 - Tekstslide

werk door tot de bel

Huiswerk

Huiswerk:

Mk: opd. 15, 16, 17, 19, 21 & 22 (blz. 220/222)