In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Week 42
4vm Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Korte herhaling spelling
Voorbereiding artikel schrijven
Slide 2 - Tekstslide
Heeft dit citaat de goede leestekens? Jan vroeg: "Waarom moeten we altijd zo vroeg opstaan?"
A
goed
B
niet goed
Slide 3 - Quizvraag
Heeft dit citaat de goede leestekens? Papa zei "Dat heb je goed gedaan"!
A
goed
B
niet goed
Slide 4 - Quizvraag
Jan vertelde dat hij zijn buurman uit het kanaal had gered.
A
dit is een citaat
B
dit is geen citaat
C
de leestekens kloppen niet
D
dit is een uitdrukking
Slide 5 - Quizvraag
Jan vertelde: ´Ik heb mijn buurman uit het kanaal gered.´
A
dit is een citaat
B
dit is geen citaat
C
de leestekens kloppen niet
D
dit is een uitdrukking
Slide 6 - Quizvraag
Is de zin goed of fout? Let op hoofdletters en werkwoorden!
De jongen beloofd haar een cadeautje.
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
Is de zin goed of fout? Let op hoofdletters en werkwoorden!
Zij is in januari jarig.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
B
Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.
Slide 9 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij heeft zich bij mij gemeld.
B
Hij heeft zich bij mij gemeldt.
C
Hij heeft zich bij mij gemelt.
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Annie vluchte de wc in.
B
Annie vluchtte de wc in.
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Hij is verhuist naar Amsterdam.
B
Hij is verhuisd naar Amsterdam.
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Houdt je van pizza?
B
Houd je van pizza?
Slide 13 - Quizvraag
In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?
A
Je rijdt in een luxe wagen.
B
Je rijd in een luxe wagen.
Slide 14 - Quizvraag
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 15 - Quizvraag
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 16 - Quizvraag
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekendt
Slide 17 - Quizvraag
Welk woorden moeten met een hoofdletter?
Elke zondag laat mevrouw de jong haar hond uit.
A
zondag, jong
B
zondag, de, jong
C
de, jong
D
jong
Slide 18 - Quizvraag
Tweehonderd zakken thee ... klaar om verstuurd te worden.
A
staat
B
staan
Slide 19 - Quizvraag
Een aantal leerlingen ... zich goed voorbereid.
A
heeft
B
hebben
Slide 20 - Quizvraag
10% van de Fransen ... ontevreden over de nieuwe president.
A
is
B
zijn
Slide 21 - Quizvraag
De dame en haar hond ... samen mee aan een hondenshow.
A
deed
B
deden
Slide 22 - Quizvraag
Voorbereiding artikel schrijven
Op het examen is schrijven een belangrijk onderdeel.
Een goede tekst schrijf je niet zomaar, daar gaat wat voorbereiding aan vooraf.
Blz. 32 opdracht 6
Slide 23 - Tekstslide
Voorbereiding artikel schrijven
Er wordt een nieuw schoolgebouw neergezet. De architecten willen dit graag doen in samenspraak met docenten, het ondersteunend personeel en leerlingen.
Jullie gaan jullie wensen op papier zetten.
Slide 24 - Tekstslide
Voorbereiding artikel schrijven
Wat ga je doen?
Maak groepjes van 3/4 leerlingen
Jullie gaan een google presentation maken met jullie ideeën.
Je gebruikt tekst en afbeeldingen.
Je denkt niet alleen na over wat jullie willen, maar ook of het haalbaar is, denk aan: kosten, veiligheid, wensen van andere leerlingen en docenten.
Slide 25 - Tekstslide
Voorbereiding artikel schrijven
Wat komt er in jullie presentatie?
Wat zijn jullie wensen voor de buitenkant van het gebouw?
Buitenmuur, schoolplein, fietsenstalling
Wat zijn jullie wensen voor de kantine/hal?
Ruimte, eten en drinken,
Wat zijn jullie wensen voor de lokalen?
Ruimte, stoelen en tafels
Extra eigen toevoegingen
Slide 26 - Tekstslide
Voorbereiding artikel schrijven
Opbouw van presentatie:
Per ruimte
1. Wat is jullie wens. Leg dit duidelijk uit.
2. Zoek online afbeeldingen om jullie idee te verduidelijken
3. Is dit idee haalbaar? Wat gaat het denken jullie kosten? Is het veilig? Is het legaal? Zouden de andere groepen hiermee instemmen?