Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Stijlfiguren/beeldspraak H2
Stijlfiguren
Ga naar bladzijde 58 in je boek en maak de startopdracht in tweetallen.
Klaar? Lees dan de theorie in het groene blok, maak aantekeningen!
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stijlfiguren
Ga naar bladzijde 58 in je boek en maak de startopdracht in tweetallen.
Klaar? Lees dan de theorie in het groene blok, maak aantekeningen!
Slide 1 - Tekstslide
Stijlfiguren 2:
Hyperbool
: 'Ik sterf van de honger' 'Meneer mag het raam dicht? Ik bevries hier!'
Understatement
: 'Een miljoen euro is een fijn zakcentje.' '3c vindt het een beetje jammer dat de vakantie voorbij is.
Litotes
: 'Er worden geen online lessen meer gegeven, daar ben ik niet rouwig om.'
Eufemisme
: 'Mijn kat is vannacht zachtjes ingeslapen door de dierenarts.'
Slide 2 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 1
Schrijf de antwoorden in je schrift
Na 5 minuten kijken we ze samen na :)
timer
6:00
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 1:
1 grensoverschrijdend gedrag: eufemisme =
geweldpleging / rellen schoppen
2 agrarisch medewerker: eufemisme = boerenknecht;
hulp (bij het werk op de boerderij en op het land)
3 een beetje saai(e film): understatement =
heel saai(e film)
4 niet onbemiddeld: litotes = rijk
5 helemaal kapot: hyperbool = heel moe/uitgeput
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 1:
6 (fiets) met trapondersteuning: eufemisme =
elektrische (fiets)
7 een aanrijding met een persoon: eufemisme =
zelfdoding (door voor de trein te springen)
8 sterf van het honger: hyperbool = heb flinke trek
9 lang niet slecht: litotes = een zeer goede prestatie
10 herstructureren: eufemisme – mensen (moeten) ontslaan
11 een grote boodschap doen: eufemisme =
naar de wc (om te poepen)
12 weegt wel wat: understatement = is loodzwaar.
timer
10:02
Slide 5 - Tekstslide
Weer aan de slag!
Maak opdracht 2
Vergelijk je antwoorden met je buur, wat is er anders?
timer
6:00
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 2:
1 een penitentiaire inrichting: eufemisme = gevangenis
2 huizenhoge: hyperbool = erg hoge
3 ombuigingen: eufemisme = bezuinigingen
4 uren: hyperbool = erg lang
5 geen verkeerd (plan): litotes = een heel goed (plan)
6 met een visuele beperking: eufemisme = slechtziende en
blinde
7 maar een kippeneindje: understatement = niet zo ver (terwijl
het wel ver is)
8 niet ondenkbaar: litotes = waarschijnlijk
9 een ongelukje gehad: understatement = (ernstig ten val
gekomen en) een en ander gebroken
10 niet onaardig: litotes = behoorlijk goed
Slide 7 - Tekstslide
Laatste opdracht:
Opdracht 5
Lees eerst tekst 1
Maak daarna opdracht 5.1 en 5.2
Blader door je aantekeningen
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 5.1
Alinea 1:
1 frappant, overduidelijk en onrustbarend: opsomming in drieën
2 Onze gangen op straat …, onze zoektochten op internet …, onze
privacy …: enumeratio en repetitio (het woord ‘onze’)
Alinea 3
1 bepaald geen ideaalbeeld: litotes
2 Het ministerie van …, het ministerie van …, het ministerie van …:
repetitio en opsomming in drieën
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 5.1
Alinea 4
1 niet zelden: litotes
2 gewapende conflicten: eufemisme (voor ‘oorlog’)
Alinea 5
1 het begint met nuancering van ernstige voorvallen, het
wordt al erger als feiten worden ‘ingekleurd’ en het kan
uitlopen op verspreiding van regelrechte leugens:
climax
2 een beetje anders zijn gelopen: understatement
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 5.1
Alinea 7
1hele volksstammen: hyperbool
2Dat lukte in …, dat lukte in … en dat lukt…:
repetitio en opsomming in drieën
Alinea 8
1 hoort, leest en ziet: opsomming in drieën
2 niet onverstandig: litotes
3 toen, nu en in de toekomst: opsomming in drieën
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 5.2
Alinea 2:
De roman snijdt iets aan : personificatie
Alinea 3:
schetst: metafoor (in een werkwoord)
Alinea 4:
1 het voertuig: metafoor – betekenis: een middel om iets te
bereiken
2 is de waarheid (meestal) het eerste slachtoffer: metafoor –
betekenis: de waarheid wordt niet meer verteld
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 5.2
Alinea 5:
(propaganda)bombardement: metafoor – betekenis: grote
hoeveelheid
Alinea 7
de duistere kant (van retorica): metafoor – betekenis:
de negatieve kant (van retorica)
Alinea 8
wapen: metafoor – betekenis: een (krachtig) middel dat je kunt
gebruiken om een doel te bereiken
Slide 13 - Tekstslide
Taakuur
Maak opdracht 5 op blz. 61 (lees de tekst op blz. 59/60)
Maak lesbrief 'Tijd en ruimte'
Werk aan SPELT
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Retorische middelen
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Wschat h2 - HERHALING hyperbool, understatement, eufemisme, litotes - vwo 3
Maart 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
Januari 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling stijlfiguren
Februari 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
WO
Studiejaar 3
Stijlfiguren
Oktober 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
November 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Sijlfiguren
Februari 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie
December 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2