Voorbeeld antwoorden1 EN This is my nephew John.
NL Dit is mijn neef John.
2 EN They are Michael and Lisa.
NL Zij zijn Michael en Lisa.
3 EN My grandfather has got a twin brother.
NL Mijn grootvader heeft een tweelingbroer.
4 EN This is my best friend. Her name is Pauline.
NL Dit is mijn beste vriendin. Haar naam is Pauline.
5 EN This is my brother. His name is Tony.
NL Dit is mijn broer. Zijn naam is Tony.
6 EN I have got four aunts.
NL Ik heb vier tantes.