Haben, sein en werden herhalen 2

Ik wil graag met jullie 3 liedjes beluisteren...
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik wil graag met jullie 3 liedjes beluisteren...

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Hoe zat het ook alweer?
- wat betekent 'haben'?
- wat betekent 'sein'?
- weet iemand de 1 van de rijtjes uit zijn/haar hoofd?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
We beginnen met een paar gesloten vragen om deze werkwoorden te herhalen:
- hou je mobieltje bij de hand om antwoorden in te vullen
- als wilt, mag je op een blaadje, de werkwoorden uit je hoofd opschrijven (hoeft niet)

Slide 8 - Tekstslide

Sleepopdracht
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 10 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 11 - Sleepvraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 12 - Sleepvraag

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 13 - Sleepvraag

(haben) ............... du currywurst gekauft

Slide 14 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht (haben) ...

Slide 15 - Open vraag

(sein) … du müde?

Slide 16 - Open vraag

meine Mutter (haben) ... mir einen Hund gekauft

Slide 17 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße (sein) ... nass.

Slide 18 - Open vraag

Ich (zullen) ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde
D
hab

Slide 19 - Quizvraag

Ihr (zullen) ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

Maxi (zijn) ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 21 - Quizvraag


(worden) .............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 22 - Quizvraag

Ich warte auf Anna. Sie (hebben) .......... mein Geographiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 23 - Quizvraag

(zijn) .............. deine Eltern wieder zusammen?
A
werden
B
sind
C
haben
D
hat

Slide 24 - Quizvraag

Wo (hebben) .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 25 - Quizvraag

Wir (zullen) .......... den Lehrer um Hilfe bitten.
A
haben
B
sein
C
werden

Slide 26 - Quizvraag

Da, (haben) ... wir wieder mal Glück gehabt.

Slide 27 - Open vraag