Nederlandse samenstellingen

SAMENSTELLING
Wat is het? denk aan de Nederlandse taal
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SAMENSTELLING
Wat is het? denk aan de Nederlandse taal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

SAMENSTELLING

De delen van een Nederlandse samenstelling kunnen twee zelfstandige naamwoorden zijn: hand+schoen / zonne+bloem

Slide 3 - Tekstslide

WAS+BEER
WAS+BEER

Slide 4 - Tekstslide

WAS+BEER
KLOK+HUIS

Slide 5 - Tekstslide

WAS+BEER
TAND+PASTA

Slide 6 - Tekstslide

WAS+BEER
KOE+VOET

Slide 7 - Tekstslide

WAS+BEER
PAPEGAAI+DUIKER

Slide 8 - Tekstslide

WAS+BEER
PINDA+KAAS

Slide 9 - Tekstslide

WAS+BEER
STOF+ZUIGER

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk voor jezelf een aantal samenstellingen die je héél letterlijk kunt nemen.

Slide 11 - Open vraag

De opdracht
- Kies een samenstelling die je op twee manieren kunt opvatten
- Maak een illustratie waarbij je de letterlijke vertaling uitbeeldt

Slide 12 - Tekstslide

Eisen / Beoordeling
- A5 formaat staand/liggend (helft van een A4) 1pt
- Maak een goede foto (alleen van je tekening) 1pt
- compositie/ordening (hoe plaats je de illustratie op het papier) 2pt
- De illustratie laat duidelijk de samenstelling zien en lijkt niet op de echte betekenis van het woord 5 pt
- geef de illustratie een achtergrond 2 pt
- getekend met potlood en ingekleurd met kleurpotlood of waterverf. 2pt 
- Het geheel (materiaal en techniek)  5 pt



Slide 13 - Tekstslide

Lever hier je illustratie in:
Schrijf er niet bij welke samenstelling je hebt gekozen.

Slide 14 - Open vraag