NN7 - Meer dan lezen - § 2 Onderwerp en hoofdgedachte
Herhaling § 1 en 2
Meer dan lezen - 1H en 1V
Maak deze LessonUp op je LAPTOP!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Herhaling § 1 en 2
Meer dan lezen - 1H en 1V
Maak deze LessonUp op je LAPTOP!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Na deze les kan je:
het onderwerp van een tekst of filmpje bepalen
de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen
Slide 3 - Tekstslide
Even opfrissen:
Er zijn verschillende manieren om een tekst te lezen.
We hebben vier leesstrategieën behandeld, weet je nog...?
Slide 4 - Tekstslide
Welke leesstrategieën weet je nog?
Slide 5 - Woordweb
De vier leesstrategieën:
oriënterend - vaststellen (of scannen) waar de tekst over gaat (het onderwerp)
globaal - vaststellen welke kanten van het onderwerp worden besproken (deelonderwerpen)
precies (een tekst helemaal goed begrijpen)
zoekend (bruikbare info in een tekst vinden)
Slide 6 - Tekstslide
Welke leesstrategie gebruik je?
Je leest een recept hoe je een nieuw gerecht moet klaarmaken.
A
oriënterend
B
globaal
C
precies
D
zoekend
Slide 7 - Quizvraag
Welke leesstrategie gebruik je?
Je kijkt in het rijmwoordenboek naar woorden die rijmen op 'tak'.
A
oriënterend
B
globaal
C
precies
D
zoekend
Slide 8 - Quizvraag
Welke lees- of luisterstrategie gebruik je?
Je luistert op Schiphol naar een omroepbericht over een gatewijziging.
A
oriënterend
B
globaal
C
precies
D
zoekend
Slide 9 - Quizvraag
Welke lees- of luisterstrategie gebruik je?
Je wilt alleen weten welke onderdelen van het concert worden besproken in een recensie.
A
oriënterend
B
globaal
C
precies
D
zoekend
Slide 10 - Quizvraag
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks. Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je de tekst beter wanneer je hem helemaal gaat lezen.
Slide 11 - Tekstslide
Zo vind je het onderwerp van een tekst
Lees de tekst oriënterend.
Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 12 - Tekstslide
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp kleding kan de hoofdgedachte zijn: We gooien steeds meer kleding weg. maar ook: Via sociale media en internet kun je tegenwoordig gemakkelijk kleding ruilen.
Let op: de hoofdgedachte van een tekst is nooit een vraag.
Slide 13 - Tekstslide
Zo vind je de hoofdgedachte van een tekst
Lees de tekst precies.
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Slide 14 - Tekstslide
Pak nu je boek en ga naar bladzijde 19
of lees mee op je laptop. Hou je laptop er nog wel bij!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is in één woord het onderwerp van deze tekst?
Slide 17 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? (kijk in je boek)
A
Op een workshop Upcycling heeft Jeniah uit Rotterdam geleerd hoe ze oude kleding leuker en mooier kan maken.
B
Je kunt oude kleding leuker en mooier maken door twee kledingstukken te combineren.
C
De Rotterdamse Jeniah maakt veel scrunchies en probeert ook kleding te maken.
D
Door kleding opnieuw te dragen in plaats van steeds een nieuwe outfit te kopen, help je de aarde een beetje.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
aanbod
belangrijkere, grotere
goedgevonden, toegestaan
gebruikelijke
ontwikkeling
iets vuils vervangen door iets fris
assortiment
prominentere
geaccepteerd
traditionele
trend
verschonen
Slide 20 - Sleepvraag
Wat is het ONDERWERP van de tekst? (in een paar woorden)
Slide 21 - Open vraag
De hoofdgedachte van de tekst is: Hoelang bestaat kinder- en jongerenkleding al?
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Als het goed is, kun je nu de hoofdgedachte en het onderwerp van een tekst vinden.
Einde van deze les!!
Je kunt nu nog even leren voor de toets volgende week.