Geschiedenis 4.5 De Vikingen komen!

Geschiedenis 4.5 De Vikingen komen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis 4.5 De Vikingen komen!

Slide 1 - Tekstslide

deze les
-bespreken thema 4  §  5
-maken thema  4  § 6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1. wat is een ander woord voor vikingen?
A
noormannen
B
vandalen
C
scandinaviers

Slide 4 - Quizvraag

2. hoe zag een viking eruit volgens jou?

Slide 5 - Tekstslide

3. lees: rooftochten
Rooftochten 
Het volk van de Vikingen, of Noormannen, leefde in Denemarken en in het zuiden van Noorwegen en Zweden. Ze woonden in kleine dorpjes bij elkaar. Noormannen waren slimme botenbouwers. Ze bouwden kleine, stevige handels en oorlogsschepen. Met die schepen trokken ze eropuit om handel te drijven. Ze voeren naar IJsland en Groenland, maar ook naar Rusland, Engeland, Frankrijk en Nederland. Soms bleven de Vikingen ergens wonen. Vikingen dreven op hun tochten niet alleen handel. Ze gingen ook vaak op rooftocht. En dat ging er hard aan toe! Ze brandden hele dorpen plat, verwoestten kloosters en steden, vermoordden mensen of namen mensen als slaaf mee. De Vikingen geloofden dat ze in de hemel zouden komen als ze dapper vochten. Dat deden ze daarom graag en veel, en zonder angst.

Slide 6 - Tekstslide

a. kleur in figuur 7 de gebieden waar vikingen woonden
b. teken in figuur 7 ongeveer de routes over zee naar IJsland, Groenland, Rusland, Engeland, Nederland en Frankrijk

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 3. a/b

Slide 8 - Tekstslide

c. Vikingen plunderden ook Dorestad. Deze stad lag in wat nu de provincie Utrecht is. Hoe kwamen ze daar?

Slide 9 - Tekstslide

opdracht 3c
-Via de rivier de Rijn.

Slide 10 - Tekstslide

4. Bekijk bron 20

a. Hoe vind jij de drakenkop eruitzien?
Zet een rondje om het woord dat je er het best bij vindt passen.
vriendelijk-gevaarlijk-boos-eng-grappig

b. Waarom maakten de Vikingen deze drakenkop voor aan hun schip, denk je?

Slide 11 - Tekstslide

c. Kijk nog eens naar figuur 7. Wat heeft bron 20 met dit kaartje te maken?

Slide 12 - Tekstslide

4c. antwoord:
Vikingen waren goede botenbouwers, daarom konden ze zo ver komen met hun schepen.

Slide 13 - Tekstslide

5. lees bron 21
Je oefent: betrouwbaarheid van bronnen.

Bron 21
In het jaar 793 schreef een monnik:

‘Tijdens dit jaar waren er voortekenen dat er iets vreselijks zou gaan gebeuren. De mensen waren doodsbang. Ze zagen felle lichtflitsen in de lucht, wervelwinden, en vurige draken door de lucht vliegen. Niet lang daarna kwamen de vreselijke duivels uit het noorden. Ze vernielden de kerk van God op het heilige eiland. Veel mensen werden verkracht of vermoord. De legers van de Vikingduivels brachten vernietiging over ons land. Ze plunderden ook het klooster van koning Everth.’

naar: De Angelsaksische kronieken, 793

Slide 14 - Tekstslide


a. Wat vertelt de schrijver van bron 21 over wat er is gebeurd?
b. Welke informatie uit deze bron klopt niet, denk je?
c. Welke informatie klopt wel, denk je? Praat er samen over.
d. Is deze bron betrouwbaar als je iets wilt weten over Vikingtochten? Praat er samen over. Waarom wel of niet?

Slide 15 - Tekstslide

6. Bekijk bron 22 
a. Vikingen waren heel knap in het maken van sommige soorten kunst. Welke kunstvormen zie je in deze bron? Zet een streep onder de juiste woorden.
metaalbewerking-schilderkunst-beeldhouwen-houtbewerking-sieraden maken- gedichten schrijven
b. Kijk nog eens naar je tekening bij opdracht 2. Had jij verwacht dat de Vikingen zulke mooie dingen konden maken? Leg je antwoord uit.
Ja/ Nee, want..

Slide 16 - Tekstslide


7. Lees: Zoon van de Vikingkoning, en bekijk bron 23.
Je oefent: betrouwbaarheid van bronnen

Slide 17 - Tekstslide

Zoon van de Vikingkoning
Leif Erikson, de zoon van Viking-koning Erik de Rode, hield van avontuur. Hij had verhalen gehoord over een onbekend land en wilde dit land vinden. In een schip met 35 man ging hij op reis. Na een tijdje kwamen ze bij een vreemde kust. Er lagen grote, platte stenen.

Leif noemde het ‘Helluland’. Dat betekent ‘land van de platte stenen’. Dit was waarschijnlijk Baffin Island, in Noord-Canada. Ze voeren verder en kwamen bij een gebied met uitgestrekte bossen. Leif en zijn mannen voeren nog verder naar het zuiden. Op een mooie plek gingen ze aan land. De Vikingen bouwden er huizen voor de winter. In de rivier zwom zalm. Leif vond er zelfs druiven. Hij noemde dit land ‘Vinland’. In zijn taal betekende dat ‘wijnland’. Onderzoekers weten nu dat Vinland New Foundland, in Noord-Amerika, was. De Vikingen waren dus eerder in Amerika dan Columbus!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


a. Gebruik een atlas. Zoek samen op waar Raffin Island en Newfoundland liggen. Teken dan de route van Leif in figuur 7. Gebruik een andere kleur. 


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

b. Onderzoekers weten dingen over Leif Erikson uit IJslandse verhalen (saga's) uit de dertiende eeuw.
lees de tekst. 


in de saga van Erik de Rode staat:

'Ze voeren verder langs de kunst, langs lange zandstranden. Ze gingen aan land in bootjes. Ze gaven de stranden een naam: Furdustrander. Eerder had Leif van koning Olaf twee Schotten gekregen. Een man genaamd Haki en een vrouw genaamd Haekja. Ze zetten hen aan land en gaven hen het bevel naar het zuiden te rennen, naar vruchtbaar land te zoeken en na drie en een halve dag terug te komen.'

Slide 22 - Tekstslide

Hoe weten onderzoekers welke route Leif Erikson voer?
c. Zijn de bronnen over Leif Erikson betrouwbaar, denken jullie? leg je antwoord uit.
d. Hoe zag Leif Erikson er echt uit? Als je dat wilt weten, kun je dan bron 23 gebruiken? 
ja/ nee, want...
b.Hoe weten onderzoekers welke route Leif Erikson voer?

c. Zijn de bronnen over Leif Erikson betrouwbaar, denken jullie? leg je antwoord uit.

d. Hoe zag Leif Erikson er echt uit? Als je dat wilt weten, kun je dan bron 23 gebruiken?
ja/ nee, want...

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link