2.2.1 De industriële revolutie

2.2.1 De industriële revolutie
De opkomst van het mechanisatieproces. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.2.1 De industriële revolutie
De opkomst van het mechanisatieproces. 

Slide 1 - Tekstslide

Toename in de landbouw
  • Rond 1800 worden er verbeteringen in de landbouw toegepast.
       - Hierdoor stijgt de productie van voedsel enorm!
  • Er kan nu met minder mensen meer voedsel geproduceerd worden
       - Voedselschaarste en hongersnood lijkt achterhaald!
  • Meer mensen blijven in leven!

  • De bevolking begint enorm te groeien. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1733: Schietspoel 
1760: Spinning Jenny

Slide 4 - Tekstslide

Groei naar kleding
  • Textiel voor kleding werd vanaf oudsher gemaakt thuis of in werkplaatsen. 
  • In de 18e eeuw groeit de vraag naar kleding
       - spinnenwiel kan de vraag niet bijhouden
  • Er wordt nagedacht over snellere manieren van produceren.

  • Uitvindingen worden steeds groter: 
  • Daarom wordt de huisnijverheid vervangen door een nieuwe plek voor deze monsters: De fabrieken

Slide 5 - Tekstslide

Waterframe
Waterrad ter aandrijving

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het grote nadeel van machines op spierkracht of waterkracht?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het voordeel van waterkracht ten opzichte van spierkracht?

Slide 8 - Open vraag

De Stoommachine
In 1709 vindt een Engelsman een nieuwe manier van aandrijven uit:
  • De stoommachine
Geeft constante energie af.
In 1765 wordt de stoommachine verbetert en is nu goed te gebruiken.
Heeft alleen steeds brandstof nodig:
Water en steenkool
Opkomst van de mijnbouw


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf in eigen woorden hoe een stoommachine werkt.

Slide 11 - Open vraag

Industriële revolutie
In 1765 wordt de stoommachine zo verbetert dat hij allerlei machines kan gaan aandrijven
- Er kunnen nu grotere en betere machines komen

Om alles te vervoeren moet ook de transport aangepast worden
- In 1804 weet iemand de stoommachine zo aan te passen dat er wielen onder kunnen
- De geboorte van de stoomtrein

Machines komen steeds meer naar voren en vervangen steeds meer de mankracht
Dit noemen we de industriële revolutie



Slide 12 - Tekstslide

Wereldrijken
  • Naast steenkool ook grondstoffen nodig om iets te maken.
       - Veel van die grondstoffen kwamen uit de koloniën.
       - Bestaande koloniën vergroot en nieuwe gebieden veroverd.
       - Ook nam Europa's invloed op de koloniën toe.
  • Dit alles heet modern imperialisme.
  • Van grondstoffen uit koloniën maakten Europese fabrieken producten.
       - Naast leverancier van grondstoffen ook afzetmarkt.
       - een gebied om producten te verkopen.


Slide 13 - Tekstslide

Industrialisatie in Nederland
  • Industrialisatie begon in Engeland
  • De rest van Europa volgde pas later

  • In Nederland kwam de eerste fabriek met stoommachine in 1830
       - Stoomspinnerij in Twente
  • Nederland bleef dus iets achter in de industrialisatie op Engeland
  • In 1851 stonden er nog geen 300 stoommachines in fabrieken



Slide 14 - Tekstslide

Eindelijk op gang
  • Vanaf 1860 kwam de industrialisatie pas echt op gang in Nederland
  •  In Zuid-Limburg werden mijnen gegraven voor de steenkool

  • Deze werd per boot of trein vervoert naar fabrieken door het hele land
       - Er werden nieuwe rails aangelegd
       - Er werden nieuwe kanalen gegraven voor Nederland
  • Gevolg van de industriële revolutie was dus ontwikkeling van transport
       - Ineens kon je sneller door heel Nederland reizen!


Slide 15 - Tekstslide

De eerste stoomtrein
  • De eerste spoorlijn in Nederland werd geopend in 1839
       - Van Amsterdam naar Haarlem
  • Met deze stoomlocomotief duurde de rit maar een half uur
       - Was ongelofelijk snel voor die tijd

  • Toch kwam er ook kritiek op de trein
       - Boeren klaagden dat door het kabaal hun koeien van streek raakten
       - Angst voor de enorme snelheid
       - Angst voor ontploffing van de locomotief



Slide 16 - Tekstslide