Bijeenkomst 5 - 06.07.2022

Schön, dass ihr wieder da seid!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsBeroepsopleiding

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schön, dass ihr wieder da seid!

Slide 1 - Tekstslide

Lesson-Up

Bitte, verbindet euch erst mit Lesson-Up. 
1. Besucht dafür die Seite: www.lessonup.com
2. Gibt den Code ein
3. Trägt die Namen ein

Slide 2 - Tekstslide

Was gibt es heute?
  • Rückschau letztes Mal ⌚5-10 Min.
  • Wiederholung erstes Treffen ⌚ 5 Min.
  • Wiederholung zweites Treffen ⌚ 5 Min.
  • Wiederholung drittes Treffen ⌚ 5 Min.
  • Wiederholung viertes Treffen ⌚ 5 Min.
  • Die Umfrage ⌚ 5 Min.
  • Abschluß 

Slide 3 - Tekstslide

Welches Thema haben wir letztes Mal behandelt?

Slide 4 - Open vraag

Was erinnert ihr zu diesem Thema?

Slide 5 - Woordweb

Rückschau
1. Hoe zeggen wij in het Duits; wilt u de rekening/factuur?
2. Wat is de Duitse benaming voor 'tegen betaling'?
3. Pinnen en contant betalen?
4. Vroeg inchecken kost 15 euro per kamer
5. Korting
6. Dat is totaal 34,50 euro

Slide 6 - Tekstslide

Wiederholung erstes Treffen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tijd/moment aanduiden
  • Dag = Tag
  • Vandaag = heute
  • Gisteren  = gestern
  • Voorgisteren = vorgestern
  • Morgen = morgen
  • Overmorgen = übermorgen
  • Volgende = nächste/nächsten/nächster
  • Week = Woche
  • Weekend = Wochenende
  • 's Ochtends = morgens
  • 's Middags = mittags
  • 's Avonds = abends 
  • Morgenvroeg = morgen früh
  • Morgenmiddag = morgen Mittag
  • Morgenavond = morgen Abend
  • Volgende week = nächste Woche

Slide 10 - Tekstslide

Wiederholung zweites Treffen

Slide 11 - Tekstslide

Was ist wichtig beim Telefonieren?
  • De opening
  • De vraagwoorden (5 w's)
  •  Tijdsaanduidingen (nu, straks, volgende week, overmorgen)
  • Niet kunnen verstaan/begrijpen
  • Vragen om herhaling
  • Bericht achterlaten / terugbelverzoek
  • Samenvatten en afsluiten

Slide 12 - Tekstslide

Was ist wichtig beim Weg beschreiben?
  • De richtingen (links, rechts, rechtdoor)
    Beispiel: Bitte laufen Sie geradeaus...
  • Plaatsaanduidingen (hier, daar, verderop, verweg, in de buurt)
    Beispiel: Der Bahnhof ist nicht weit entfernt
  • Werkwoorden (aankomen, bereiken, afslaan, nemen, etc)
    Beispiel: Wenn Sie dort ankommen, nehmen Sie dann...
  • Woorden als en, dan, nu, aansluitend, door, etc

Slide 13 - Tekstslide

Wiederholung drittes Treffen

Slide 14 - Tekstslide

Hinweis!
Bestudeer de Duitse website van Preston Palace en bezoek 'Einrichtungen'.  Kies vervolgens een faciliteit uit en probeer hem uit jouw hoofd te leren. Zo kan je efficiënt de Duitse gasten voorzien van informatie. 

Slide 15 - Tekstslide

Wiederholung viertes Treffen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Die Umfrage

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link