SLB week 3 / SLB loonstrook + Democratie

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Loopbaan

Planning

09.00 Examen Nederlands vrijdag + inchrijven voor studie 

09.30 SLB loonstrook

10.00  Rekenen

11.00   Gym

12:00 Pauze 

12.30 Burgerschap + tekenen

13.30 Democratie 

14.00 Zelf werken 

Ik heb me ingeschreven voor een opleiding

Lesdoel

Ik kan uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: AOW, bruto- nettoloon, belasting, pensioen en uitkering.

Ik kan vinden welke bedragen worden ingehouden op je loon.

 

Samen overleggen wat jullie al weten + opschrijven

AOW

brutoloon

zwart werken

nettoloon

belasting

0 uren contract

pensioen

uitkering

Instructie 

WAT: alle opdrachten op blz. 92 t/m 94

HOE: noteer antwoorden in boek 
HULP: overleggen met klasgenoot mag
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: opdrachten gemaakt boek op bureau docent
KLAAR: Numo 

SAMEN nakijken :) 

Lesdoel

Stellen van de juiste vragen :)

Je kan uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: AOW, bruto- nettoloon, belasting, pensioen en uitkering.

Je kan vinden welke bedragen worden ingehouden op je loon.

 

Wat vonden jullie van de les?

😒🙁😐🙂😃

Feedback en lerende houding

Les 

Vorige week?

Utopia tekening uitleg

Schets maken > zelfstandig werken

Schets nakijken 

Na deze les Nederlands examen oefenen

>het recht om openlijk kritiek uit te oefenen op de regering

>het recht om op eigen initiatief van werk te veranderen en buitenlandse reizen te ondernemen

>het recht op vertegenwoordiging van niet-communistische partijen.

Het Tiananmenprotest was een studentenprotest op het Tiananmenplein (Plein van de Hemelse Vrede) in Peking (China), dat was begonnen op 15 april 1989. Er namen naar schatting een miljoen studenten en andere burgers aan deel, op filmbeelden is te zien dat er zelfs leden van de Chinese marine in uniform meeliepen in de demonstratie. Het protest werd bloedig neergeslagen op de avond van 4 juni 1989, met de dood van honderden mensen tot gevolg. Het was het grootste massale protest tegen de Communistische Partij van China en zijn instellingen sinds de revolutie in 1949.

het recht om openlijk kritiek uit te oefenen op de regering

het recht om op eigen initiatief van werk te veranderen en buitenlandse reizen te ondernemen

het recht op vertegenwoordiging van niet-communistische partijen.

Vorige week?

Schrijf Kenmerken Democratie

UTOPIA TEKENING

2 groepen 

Wat moet er op de tekening?

Lesdoel

Ik kan benoemen wat er op mijn Utopia kaart moet.

Ik heb een schets gemaakt met alle onderdelen die op de kaart moeten staan voor het examen.

HOE BEGIN IK?

99 problems but aaahhhh

Schets land

WAT: Je maakt een schets van je land 

HOE: Op a3 papier, zorg dat alle onderdelen ingetekend zijn
HULP: Je mag elkaar om hulp vragen
TIJD: Schets 30 minuten 
KLAAR: Laat checken door docent, akkoord? Start aan A1 tekening

UITKOMST: 1e opzet voor Utopia kaart is gemaakt

Lesdoel

Ik kan benoemen wat er op mijn Utopia kaart moet.

Ik heb een schets gemaakt met alle onderdelen die op de kaart moeten staan voor het examen.

Bezoek van FNV

Bedenk 5 vragen

Loopbaan

? wat betekend dat?

Geeltje doorgeven :)

Zelf werken

Examen spel :)))

Planning

09.30 Aftekenen weektaken (Inleveren stage gesprek verslag)

10.00  Doornemen BPV portret + verbeteren

10.30  Opweg naar succes!

11.00   Pauze

11.15    CAO game

11:45  Reflectie loopbaansturing/ leerdoel/ op tijd komen

12.30  Pauze

13.00  EXAMEN QUIZ en voorbereiding

14.00  Weken aan week taken af? mag je naar huis :)

Schrijf - Denk - Wissel

Product, dienst, profit, non-profit, particulier- of overheidsbedrijf, functie, taken en organogram.

Maak opdracht

1,2,3

Klaar? Leg op bureau en werk aan weektaken :)

Burgerschap 

WAT: Utopia opdrachten 1, 2 & 3

HOE: In Word op computer, zie blz. 30 
HULP: Samen lezen NU vragen stellen
TIJD: 45 minuten (MOET VOOR KERST AF!)
UITKOMST: Lever in via TEAMS
KLAAR: Ga werken aan rekenen of Numo.nl

Opdracht 1

Smart Rekenen 50 min of meer!

Nouh

Ivan 

Romano

Lana 

Zet in je agenda wanneer je gaat rekenen thuis!!!

SLB REFLECTEREN

HELP? 

Wat zijn de regels voor een verslag eigenlijk? 

Hoe doe je dat ook al weer?

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.

Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.

Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.

Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.

Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.

Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.

Denk aan:

Samenhang

Afstemming op doel

Afstemming op lezer

Woordgebruik 

Grammatica, spelling en leestekens

Leesbaarheid / lay-out 

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.

Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.

Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.

Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.

Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.

Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.

Reflectie op mijn stage week

WAT: Maak een verslag van je eerste stage week of stage zoeken

HOE: In Word, beantwoord alle vragen in je verslag!!!
HULP: Kijk in je boek blz. 68/ 69 of vraag docent
TIJD: 30 minuten en anders thuis afmaken
UITKOMST: Verslag is af inleveren via teams! 
KLAAR: Werk aan Rekenen of Numo

Wat betekend?

Reflecteren

Modellen 

Reflectiemethode 

Korthagen

Functioneren

Bij sturen

Stapsgewijs 

Systematisch 

Pen en papier

Mij helpen!

Wat wil jij graag in een winkel?

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag bij je thuis? Denk aan: installatiemonteur, schilder of loodgieter? 

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag voor je eigen kind? Denk aan: Peuterspeelzaal, basisschool.

Wat wil je niet?

Wat wil jij graag voor je spullen? Denk aan: fietsenmaker, garage, telefoon of computer reparateur? 

Wat wil je niet?

Maak opdracht op blz. 12

Klaar leg op mijn bureau :)

Waar haal je het vandaan?

Maak woordspin 

Geef tip en top

Wat vonden jullie van de les?

0100

Lesdoel

Ik weet wat mijn verantwoordelijkheden zijn en kan daar op reflecteren

Complimenten en bedankjes

STAGE BOEKJE!

Ik maak aantekeningen over belangrijke stage zaken en bewaar deze zodat ik ze terug kan lezen.

 Burgerschap Utopia opdracht 1!

Klaar? 

Nederlands en Rekenen