2.4 MH en 2.3 GT - Cellen

Thema 2 Organen en cellen
  1. Organen van dieren
  2. Organen van planten
  3. Weefsels
  4. Cellen
  5. De celkern 
  6. Celdeling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Organen en cellen
  1. Organen van dieren
  2. Organen van planten
  3. Weefsels
  4. Cellen
  5. De celkern 
  6. Celdeling

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 Organen en cellen
  1. Organen van dieren
  2. Organen van planten
  3. Cellen
  4. De celkern 
  5. Celdeling

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg over cellen

Microscopie - rode ui





Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke cel
  • Cytoplasma: vloeistof, die bestaat uit water + opgeloste stoffen. 
  • Celmembraan: dun vlies om cytoplasma waar opname en afgifte van stoffen wordt geregeld
  • Celkern: regelcentrum van de cel
  • Kernmembraan: dun vliesje om kernplasma

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardige cellen
  • Celwand: stevig laagje om een cel 

  • Vacuole: blaasje in een cel, gevuld met vocht voor opslag van stoffen en vocht
  • Plastiden: korrels met speciale functie. 
Celorganellen: deel van een cel met een eigen functie, bijv. celkern, vacuole 

Slide 6 - Tekstslide

Plastiden
  • Bladgroenkorrels: Groene delen van de plant, voor Fotosynthese 
  • Kleurstofkorrels: Geven kleur aan bloem of vrucht (geel, rood, oranje)
  • Zetmeelkorrels: Kleurloos (Aardappel)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Microscopie ui

Slide 9 - Tekstslide

Als je een microscoop wilt tillen, waar pak je de microscoop dan vast?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver

Slide 10 - Quizvraag

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een preparaat?
A
Het voorwerp dat je bekijkt onder de microscoop
B
Het voorwerpglas en dekglas onder de microscoop
C
Het voorwerpglas, met voorwerp en dekglas
D
Alle lenzen op de microscoop

Slide 12 - Quizvraag

In één van de preparaten zijn geen celwanden om de cellen aanwezig.

In welk preparaat is dat?

A
in preparaat 1
B
in preparaat 2
C
in preparaat 3
D
in preparaat 4

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding zijn vier foto's weergegeven van het maken van een preparaat.

Wat is de juiste volgorde van de foto’s?

A
2 – 1 – 4 – 3
B
3 – 4 – 1 – 2
C
4 – 3 – 2 – 1
D
4 – 1 – 2 – 3

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

UI 
De cellen van een ui 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag 

Microscoop - prac 8 blz 154 
preparaat maken, 
bekijken en tekenen

mk en lr § 2.3 Cellen
 Huiswerk 

mk en lr § 2.3 Cellen (maandag 11 december) 

Klaar § 2.1 tm § 2.3 afronden en leren

Slide 19 - Tekstslide

Volgende les

Slide 20 - Tekstslide