Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4 Bevruchting en zwangerschap
Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
5 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Slide 1 - Tekstslide
wat gaan we vandaag doen
herhaling vorige les: 2.4 bevruchting en zwangerschap deel 1
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerk
Secundaire geslachtskenmerk
Penis
Schaamhaar
Vagina
Balzak
Borsten
Schaamlippen
Bredere heupen
Slide 3 - Sleepvraag
De zaadcel beweegt zich voort met
A
de kop
B
de zweepstaart
C
zwemvliezen
D
embryo
Slide 4 - Quizvraag
Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:
A
Dikker
B
Dunner
Slide 5 - Quizvraag
Hoelang duurt een menstruatiecyclus?
A
20 dagen
B
14 dagen
C
28 dagen
D
3 á 4 dagen
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt er tijdens de menstruatie afgebroken?
A
Het baarmoederslijmvlies
B
De spierlaag van de baarmoeder
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
leerdoelen vandaag (2.4)
Aan het einde van de les kan je:
beschrijven hoe de
bevruchting
bij de mens verloopt
de
embryonale ontwikkeling
beschrijven
Slide 9 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Vanaf de
puberteit
worden eicellen en zaadcellen gemaakt.
Als een zaadcel de vrijgekomen eicel bevrucht, kan een meisje
zwanger
worden.
Slide 10 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Als sperma in de vagina komt, bewegen de zaadcellen zich naar de
eileiders
.
De
zaadcellen
kunnen
3 dagen
in leven blijven in het lichaam van een vrouw.
In een eileider kan na ovulatie een eicel aanwezig zijn.
Een
eicel
blijft ongeveer
24 uur
in leven.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
2.4 Bevruchting en zwangerschap
In de eileider kan bevruchting plaatsvinden:
De kop van 1 zaadcel dringt de eicel binnen.
Het celmembraan van de eicel wordt dan meteen ondoordringbaar voor de andere zaadcellen.
De
kern
van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel.
Zo ontstaat
1 bevruchte eicel met 1 kern
.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Na de bevruchting
deelt
de bevruchte eicel zich een aantal keren.
Zo ontstaat een
klompje cellen
.
Dit klompje cellen wordt door de eileider naar de
baarmoeder
vervoerd.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Het baarmoederslijmvlies is dik rond de tijd van de eisprong.
In het dikke slijmvlies kan het klompje cellen vastgroeien.
Dat heet
innesteling.
De vrouw is dan
zwanger.
De periode van ovulatie tot innesteling duurt ongeveer
9 dagen
.
Slide 18 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Na de innesteling groeit het klompje cellen uit tot een
embryo
.
Zo noem je het ongeboren kindje in de eerste
3 maanden
.
In het begin is het embryo nog klein.
Om te groeien heeft het
zuurstof
en
voedingsstoffen
nodig.
Die neemt het embryo op uit het
slijmvlies van de baarmoeder
.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Links zie je een
embryo
van 7 weken oud. Het heeft een hart en bloedvaten.
Op de plaats in de baarmoeder waar het embryo is ingenesteld, begint nu de
placenta
(moederkoek) te groeien).
Slide 21 - Tekstslide
In de
placenta
stroomt bloed van het embryo vlak langs het bloed van de moeder.
Door kleine gaatjes in de wanden van de bloedvaten, gaan stoffen van het ene bloedvat naar het andere.
Slide 22 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
In de placenta:
gaan
zuurstof
en
voedingsstoffen
van het bloed van de moeder -> het bloed van het embryo.
gaan
afvalstoffen
van het bloed van het embryo -> het bloed van de moeder.
Slide 23 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Na 3 maanden noem je het ongeboren kind een
foetus
.
Een foetus heeft al alle kenmerken van een mens.
Slide 24 - Tekstslide
Na 3 maanden: embryo -> foetus (spreek uit: feutus)
Om de foetus heen zie je de
vruchtvliezen
.
De foetus ligt in
vruchtwater
.
Het vruchtwater beschermt de foetus tegen
stoten, uitdroging en verandering van de temperatuur
.
Slide 25 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Prenataal onderzoek:
Onderzoeken om te kijken naar de gezondheid van een kind in de baarmoeder.
Afwijkingen bij het ongeboren kind kunnen zo worden opgespoord.
Slide 26 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Voorbeelden van prenataal onderzoek:
NIPT
vlokkentest
vruchtwaterpunctie
echoscopie (echo)
Deze 4 moet je kennen.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Echoscopie:
Met behulp van
geluidsgolven
wordt een beeld gemaakt.
Kijken of baby goed
groeit
.
Na 20 weken uitgebreidere echo: kijken of er zichtbare
afwijkingen
zijn (bijv. een hartafwijking)
Slide 29 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
NIPT:
Bij de
moeder
wordt een beetje
bloed
geprikt.
In dit bloed zit
DNA van de foetus
.
Het DNA bevat de informatie voor
erfelijke eigenschappen van de baby
.
De arts onderzoekt het DNA op
afwijkingen
.
Veilig
voor de baby en erg
betrouwbaar
.
Slide 30 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Vlokkentest:
Arts haalt
cellen uit de placenta
.
In de placenta zitten cellen van de foetus.
Onderzoeken of er afwijkingen in het DNA zijn.
Kleine kans op een miskraam
.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Vruchtwaterpunctie:
Arts zuigt met een naald een beetje
vruchtwater
op.
Cellen van de foetus in vruchtwater.
Onderzoeken of er afwijkingen in het DNA zijn.
Kleine kans op een miskraam
.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Slide 38 - Video
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan je:
kan je de
embryonale ontwikkeling
beschrijven
kan je beschrijven wat
prenataal onderzoek
is en enkele voorbeelden noemen
Slide 39 - Tekstslide
2.4 Bevruchting en zwangerschap
Het embryo heeft
voedingsstoffen en zuurstof
nodig:
De eerste weken na innesteling haalt het embryo dit
uit het dikke slijmvlies van de baarmoeder.
Daarna:
via de placenta en de navelstreng.
Slide 40 - Tekstslide
Vragen??
Slide 41 - Tekstslide
herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les kan je :
beschrijven hoe de
bevruchting
bij de mens verloopt
de
embryonale ontwikkeling
beschrijven
Slide 42 - Tekstslide
zelf aan de slag
2.4 Bevruchting en zwangerschap deel 1
:
lees de tekst en maak de opdrachten
1 t/m 3
Slide 43 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2B Th5 B6 Zwanger geboorte - oefenvragen
April 2019
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
4.1 Nieuw leven
Mei 2023
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4.1 Nieuw leven
Juni 2022
- Les met
32 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
th2 B4 Bevruchting en zwangerschap
11 dagen geleden
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3 vmbo-b 2.4 bevruchting en zwangerschap deel 2
Oktober 2022
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
4 Bevruchting en zwangerschap
12 dagen geleden
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
4 Bevruchting en zwangerschap
Januari 2024
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
4 Bevruchting en zwangerschap
12 dagen geleden
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3