à l'école leçon 2 team 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

la technique

la musique

l'histoire

Les maths

la géographie

le néerlandais

l'art

l'EPS

les matières en français

Je suis fort(e) en .....
(schrijf het vak in het Frans)

Je suis nul(le) en...
(schrijf het vak in het Frans)

chapitre 5, leçon 4, page soixante-dix-huit

Questions sur texte 1-2-3-4: 

* soort tekst?

* 1: wat valt je op?

*2: wat zoekt Stéphane, voor wanneer?

*3: Wat vraagt Julie en waarom?

Prononciation n.a.v. filmpje

Elle a douze ans

Elle porte un pantalon gris

Il porte des baskets blanches

c' est un pull bleu foncé

un collier/ une baque/un ceinture

Il déteste la danse

C'est un joli couleur

Les devoirs

A faire: leçon 4

Quizlet

A apprendre: vocabulaire leçon 1-2-3-4 chapitre 5

Mocht je nog vragen hebben over de beoordeling van je filmpje, blijf dan even hangen

Qu'est ce qu'on van faire aujourd'hui?

* een kennisquiz

*we gaan samen naar leçon 4 en 5 kijken

*filmpje

* les devoirs

je fais mes devoirs

1. ik doe aan sport
2. ik maak mijn huiswerk
3. ik ben goed in geschiedenis
4. ik maak een toets

je suis en sixième

1. ik zit in de tweede
2. ik zit in de eerste
3. ik zit in de zesde
4. ik zit in de derde

j'ai une bonne note pour le test

1. ik heb een voldoende voor de test
2. ik heb een slecht cijfer voor de test
3. ik heb een onvoldoende voor de test
4. ik heb een goed cijfer voor de test

mardi j'ai le français

1. maandag heb ik Frans
2. woensdag heb ik Frans
3. dinsdag heb ik Frans
4. donderdag heb ik Frans

Wat betekent "collège"?

1. basis school
2. middelbare school
3. les
4. rooster

Nous .........à l'école en vélo

1. allons
2. va
3. allez
4. vont

prenez vos livres chapitre 5, lecon 4-5

00:51

wat is Gabriël aan het maken?
En wat zegt hij hierover

1. wiskunde, het is moeilijk
2. wiskunde, het is makkelijk
3. biologie, het is moeilijk
4. engels, het is makkelijk

01:01

Welk vak vindt Anne leuk?
Wat zegt ze erover?

1. Geschiedenis, het is interessant en de leraar is leuk
2. Aardrijkskunde, het is interessant en de klas is leuk
3. Biologie, het is interessant en de leraar is aardig
4. Engels, het is interessant en ze is er goed in

01:21

welke vakken hebben de leerlingen de volgende dag?

les devoirs