Verliezen

Verliezen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verliezen

Slide 1 - Tekstslide

Algemeen
Toestellen welke (aard-) gas verbranden om warmte te ontwikkelen doen dit om:
  • voor het maken van warmwater
  • Om lucht op te warmen
  • Om CV water op te warmen

Slide 2 - Tekstslide

Algemeen
Bij een stoichiometrische verbranding is de hoeveelheid warmte die vrijkomt te bereken uit de calorische waarde van het gas.
Dit kunnen we berekenen met de formule 
                                    
                                         B = Qv X Hs of B = Qv X Hi

Slide 3 - Tekstslide

Schoorsteenverlies/rookgaszijdig verlies
De niet via de warmtewisselaar overgedragen warmte dat met de rookgassen uit de rookgasafvoer verdwijnt noemen wij schoorsteenverlies of te wel rookgaszijdig verlies.

Slide 4 - Tekstslide

Latente en voelbare warmte
De rookgas temperatuur moet zo laag mogelijk zijn. Want;
  • Hoe lager de rookgastemperatuur, hoe meer warmte uit de rookgassen is gehaald en overgedragen aan de warmtewisselaar;
  • Bij zeer lage rookgastemperaturen treedt er condensatie op. Hierbij komt verdampingswarmte vrij, die weer wordt overgedragen naar de warmtewisselaar.

Slide 5 - Tekstslide

Latente en voelbare warmte

Slide 6 - Tekstslide

Voelbare warmte
Voelbare warmte is de warmte die een werkelijk meetbare temperatuurstijging veroorzaakt.
 
Met andere woorden: je voegt warmte toe aan een stof en je meet een temperatuurstijging.

Slide 7 - Tekstslide

Stralingsverliezen
Thermische Stralingsverliezen:

Elk object met een temperatuur boven het absolute nulpunt straalt warmte uit in de vorm van elektromagnetische golven (infraroodstraling). Bijvoorbeeld, een verwarmingsketel of een geïsoleerd huis verliest warmte naar de omgeving door stralingsverliezen.

Slide 8 - Tekstslide

Stralingsverliezen
Planck's wet:

Deze wet beschrijft hoe de intensiteit van de straling afhangt van de temperatuur van het object.

Slide 9 - Tekstslide

Stilstand- en opstartverliezen
  • Financiële verliezen
  • Opwarmverliezen
  • Afkoelverliezen
  • Lange stilstandsverliezen
  • Stilstandsverlies
  • Regelmatig opstarten en stoppen.

Slide 10 - Tekstslide

Belasting
  • Belasting van een gastoestel is de hoeveelheid energie welke een toestel toegevoerd krijgt wanneer deze in bedrijf is.






  • Nominale belasting is een waarde welke door de fabrikant van het toestel aangegeven wordt “onder normale toestand”






Slide 11 - Tekstslide

Belasting: onderbelast of overbelast
  • Is het toestel onderbelast dan is dit nadelig voor het rendement. De te kleine hoeveelheid geproduceerde verbrandingsgassen staat niet meer in verhouding met de grote van de warmtewisselaar.





  • Is het toestel overbelast dan veroorzaakt dit koolmonoxide. 






Slide 12 - Tekstslide

Calorische waarde aardgas
Wat is calorische waarde?

Slide 13 - Tekstslide

Calorische waarde aardgas
Wat is calorische waarde?
Dat is de energie die in het gas zit en bij verbranding vrijkomt.

Calorische bovenwaarde van Gronings aardgas: 35,103 MJ/m3 
Calorische onderwaarde van Gronings aardgas: 31,678 MJ/m3 
?

Slide 14 - Tekstslide

Calorische waarde aardgas
Calorische bovenwaarde van Gronings aardgas: 35,103 MJ/m3
Calorische onderwaarde van Gronings aardgas: 31,678 MJ/m3 

Slide 15 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een verwarmingstoestel is de hoeveelheid warmte die het toestel als nuttige warmte in een bepaalde tijd afgeeft.

Slide 16 - Tekstslide

Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρ water = 1 kg/dm3 en c water = 4,18kJ/(kg.K) )
Wat is het vermogen van deze geiser?

Slide 17 - Open vraag

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en c water = 4,18kJ/(kg.K) )






Slide 18 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en c water = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min 




Slide 19 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en c water = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec




Slide 20 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 




Slide 21 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 60oC – 10oC = 50oC of 50K





Slide 22 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 60oC – 10oC = 50oC of 50K
P = 




Slide 23 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 60oC – 10oC = 50oC of 50K
P = 0,036 x 1 x 4,18 x 50
P = 




Slide 24 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 60oC – 10oC = 50oC of 50K
P = 0,036 x 1 x 4,18 x 50
P = 7,23 kJ/s 




Slide 25 - Tekstslide

Vermogen
Rekenvoorbeeld:
Een keukengeiser met een volumestroom van 2,2 l/min verwarmt koud water van 10oC tot 60oC ( ρwater = 1 kg/dm3 en cwater = 4,18kJ/(kg.K) )

q = 2,2 l/min = 2,2/60 = 0,036 dm3/sec
ΔT= 60oC – 10oC = 50oC of 50K
P = 0,036 x 1 x 4,18 x 50
P = 7,23 kJ/s = 7,23 kW




Slide 26 - Tekstslide

Energiestromen/vermogen

Slide 27 - Tekstslide

Berekenen belasting en vermogen

Slide 28 - Tekstslide

Rendementen

Slide 29 - Tekstslide

Onderhoud plegen

Slide 30 - Tekstslide

Afstellen

Slide 31 - Tekstslide

Waterzijdig vollastrendement

Slide 32 - Tekstslide

Deellastrendement

Slide 33 - Tekstslide

Schoorsteenrendement

Slide 34 - Tekstslide

Zomerrendement

Slide 35 - Tekstslide

Winterrendement

Slide 36 - Tekstslide

Jaarrendement

Slide 37 - Tekstslide

Nuttig effect

Slide 38 - Tekstslide