In Noord-Europa ontstond een netwerk van handelssteden: de Hanze. Deze steden lagen rondom de Noordzee en de Oostzee. Langs deze zeeën werden steeds meer nieuwe steden gesticht. Steden werkten samen om de handel uit te breiden en maken afspraken om de handel makkelijker te maken: over tolbetaling en de waarde van munten. Samenwerking tussen steden was ook bedoeld om beter te kunnen concurreren. Handelaren gingen bijvoorbeeld samen reizen in plaats van alleen, omdat dit veiliger was.