§3.2 Welvaart en ontwikkeling

3.2 Welvaart en ontwikkeling
Antilia, het huis van Mukesh Ambani, de rijkste van man van India. 173m hoog. 27 verdiepingen. 600 personeelsleden
Geschat vermogen van 88,4 miljard dollar

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.2 Welvaart en ontwikkeling
Antilia, het huis van Mukesh Ambani, de rijkste van man van India. 173m hoog. 27 verdiepingen. 600 personeelsleden
Geschat vermogen van 88,4 miljard dollar

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lesdoel(en) §3.2
Aan het einde van de les kan jij:
  1. Welke criteria kun je gebruiken om landen en gebieden met elkaar te vergelijken?
    2. Welke economische indicatoren kun je gebruiken om landen en                
         gebieden met elkaar te vergelijken?
     3. Wat zijn de eigenschappen en de beperkingen van die indicatoren?

Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Hoe hoger de welvaart, hoe meer een land ontwikkeld is.
🡪 grote verschillen tussen en binnen landen
Ontwikkelingskenmerken (indicatoren voor ontwikkeling):
- bnp per inwoner
- beschikbaarheid basisbehoeften
- geboortecijfer
- levensverwachting
- energieverbruik
- bevolkingsgroei
- verstedelijking

Slide 4 - Tekstslide

Meten van welvaart
BNP/BBP
Lorenzcurve!
BRP per hoofd: zoek deze voor Brazilië in de atlas!

Slide 5 - Tekstslide

BNP Europa

Slide 6 - Tekstslide

BRP China
BRP VS

Slide 7 - Tekstslide

Het bruto nationaal product BNP
Het bruto nationaal product (bnp) = wat alle inwoners van een land samen verdienen.
🡪 gemiddelde inkomen / bnp per inwoner = bnp delen door het aantal inwoners
Nadelen van bnp per inwoner als indicator:
- Geen zicht op verschillen arm en rijk.
🡪 het is een gemiddelde!
- Geen zicht op regionale ongelijkheid.
- grote verschillen tussen gebieden->
bruto regionaal product (brp) 




Slide 8 - Tekstslide

Het bruto nationaal product
Onbetrouwbare en niet-geregistreerde gegevens.
🡪 informele sector, ruilhandel, zelfvoorziening  niet meegerekend in het bnp
- Verschillende munteenheden en wisselkoersen.
- Verschillen in koopkracht: wat je voor je geld kunt kopen.
🡪 daarom soms ‘bnp gecorrigeerd naar koopkracht’
Bruto binnenlands product (bbp) = wat alle inwoners binnen een land samen verdienen.
vrijwel gelijk aan bnp
grafiek: bbp per inwoner 



Slide 9 - Tekstslide

Nederland binnen Europa: Welvaart
  • Kleine verschillen BRP in NL.
  • Grote verschillen BRP in Europa.

Slide 10 - Tekstslide

Human development index (hdi)
Human development index (hdi): ontwikkelingsscore gebaseerd op 3 kenmerken:
- economisch kenmerk (bnp per inwoner)
- demografisch kenmerk (levensverwachting)
- sociaal-cultureel kenmerk (analfabetisme)
🡪 hoe dichter bij de 1, hoe beter de ontwikkeling
India: middenmoot.
- maar ook de hdi is een gemiddelde
- regionale hdi
Binnen India is een sterke sociale ongelijkheid met veel discriminatie.
🡪 VB: geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, taal, kaste


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hamburgerindex, januari 2021

Slide 13 - Tekstslide

Ontwikkelingsindicatoren
BNP
Bruto Nationaal Product
HDI
Human Development Index
- Gemiddelde inkomen van een land per jaar, uitgedrukt in geld
- Gemiddelde, dus regionale ongelijkheid is niet te zien.
(daarom BRP)
- Cijfers zijn niet altijd betrouwbaar
- Verschillen in koopkracht
- Puntensysteem
- Economisch BNP
- Demografisch Levensverwachting
- sociaal-cultureel Analfabetisme
-
Geen info over regionale ongelijkheid
DUS wat is het grootste verschil tussen deze twee?

Slide 14 - Tekstslide

Welk minpunt hebben zowel de BNP als de HDI
A
Kijken alleen naar geld
B
regionale ongelijkheid niet zichtbaar
C
Kijken alleen naar onderwijs
D
Levensverwachting speelt een rol

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens de koloniale tijd was er een duidelijke Centrum-periferie relatie tussen GB (centrum) en India (periferie).

Maar India is nu een groeiende economie, welk begrip past daar bij?
A
onderontwikkeld land
B
Centrumland
C
Periferie
D
Semi-periferie

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Maak van §3.2 
opdrachten 2, 3ac,4 en 5 

timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Samenstelling van de beroepsbevolking
is ook een indicator voor ontwikkeling.
🡪 Aandeel werkenden in landbouw, industrie en diensten
Landbouw (primaire sector):
- zelfverzorgende boeren in ontwikkelingslanden
- commerciële boeren in ontwikkelde landen
Industrie (secundaire sector): weinig in ontwikkelingslanden.
🡪 maar: groei secundaire sector door verplaatsing fabrieken vanuit ontwikkelde landen
Diensten (tertiaire sector):
- hoogopgeleide en goedbetaalde arbeid in ontwikkelde landen
- ongeschoold en slecht betaald werk in ontwikkelingslanden (informele sector, overheid)


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Samenstelling van de beroepsbevolking
Verhouding aantal werkenden in een sector en
 de bijdrage aan het bnp zegt iets over de productiviteit.







grafiek links: samenstelling beroepsbevolking India
                                                          grafiek rechts: bijdrage per sector aan het bnp in India


Slide 20 - Tekstslide

India is het nieuwe China
Vergelijking op alle indicatoren tussen GB en India:
 GB is beter ontwikkeld.
maar economische groei is in India groter
Kaart : groei van het bnp in India, 2016-2017


Slide 21 - Tekstslide

India is het nieuwe China
Niet alle Indiërs profiteren even veel van die economische groei.
🡪 wel een derde groep in de stad: de  goedgeschoolde middenklasse
Investeringen van India:
- vooral in de dienstensector en industrie
- mechanisatie en technieken in de landbouw

* kleine boeren profiteren nauwelijks
 * toename kloof stad en platteland 




Slide 22 - Tekstslide

India is het nieuwe China

Migranten van het platteland werken in de stad meestal in de informele sector.

Slide 23 - Tekstslide

Een veranderend wereldsysteem
In de koloniale tijd ontstond een wereldsysteem met een tegenstelling tussen:
- de oude koloniale machten (huidige centrumlanden)
- de oude exploitatiekoloniën (huidige (semi)periferielanden)
afhankelijkheidsrelatie
gevolg ontstaan wereldsysteem: enorm toegenomen handel

Slide 24 - Tekstslide

Een veranderend wereldsysteem
Tijdens de koloniale tijd is er een afhankelijkheidsrelatie in het wereldsysteem ontstaan tussen centrum en periferie.
🡪 gevolg ontstaan wereldsysteem: enorm toegenomen handel (globalisering)
Centrum:
- meest ontwikkeld
- hoge productie
- koopkrachtige bevolking
- beheersen wereldhandel
- veel hoofdkantoren van multinationals
- ‘het Noorden’


Slide 25 - Tekstslide

Een veranderend wereldsysteem

Periferie: 🡪 steeds meer opkomende landen
- afhankelijkheid
- gebrekkige technologie
- lage productie
-nadelige ruilvoet = export goedkope grondstoffen, import dure industrieproducten
- ‘het Zuiden’
Semiperiferie:
- tussen periferie en centrum in
- ontwikkeld door verplaatsing industrie uit centrumlanden
VB: Aziatische tijgers en BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Maak van §3.2 
opdrachten  6,

timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
Werkblad: Hoe is India's positie in de wereld veranderd? 

  • Schetskaart = geen details, ongeveer
  • Stap voor stap instructies
  • Je mag alleen of in tweetallen werken, let op je volume 
  • Heb je vragen, steek je hand op!
  • Ben je klaar, lees dan alvast 3.3 door
  • Ongeveer 15 minuten de tijd



Slide 29 - Tekstslide

Hoe is India's positie in de wereld veranderd?
  • Hoe is India in het centrum-periferie model veranderd sinds de koloniale tijd?
  • Wat kan je zeggen over regionale ongelijkheid in India?

Slide 30 - Tekstslide

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 31 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 32 - Quizvraag

Welke nadelen zitten er aan het gebruik van het HDI als vergelijkingsindicator?

Slide 33 - Open vraag

Welke verdeling was er vroeger in het wereldsysteem?
A
Centrum-periferie
B
Centrum-semiperiferie
C
Semiperiferie-periferie
D
centrum-semiperiferie-periferie

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de benaming voor de groep opkomende landen?
A
Centrum
B
Semiperiferie
C
Periferie

Slide 35 - Quizvraag

Kolonie levert grondstof voor opkomende industrie in Europa, welk soort kolonie?
A
Exploitatiekolonie
B
Vestigingskolonie

Slide 36 - Quizvraag

Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of regionale ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 37 - Quizvraag

Welk type ongelijkheid zie je in de afbeelding?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 38 - Quizvraag

Welke nadelen heeft BNP/hoofd?

Slide 39 - Open vraag

Wat meet je met de hamburgerindex?

Slide 40 - Open vraag

Analfabetisme is een voorbeeld van een
A
demografisch kenmerk
B
economisch kenmerk
C
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 41 - Quizvraag

Levensverwachting is een
A
demografisch kenmerk
B
sociaal-cultureel kenmerk

Slide 42 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de HDI-index
A
analfabetisme
B
bnp/inwoner
C
koopkracht
D
levensverwachting

Slide 43 - Quizvraag

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 44 - Sleepvraag

De informele sector behoort tot
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
D
de quartaire sector

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Link