H 2.4 Romeinen en Germanen

De tijd van de grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.


Paragraaf 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De tijd van de grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.


Paragraaf 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhaling vorige les
- Instructie
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 3 - Quizvraag

Sleep naar het juist vakje
REPUBLIEK
VETO
CONSUL
SENAAT
Land dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders
Belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse Republiek
Recht om een beslissing tegen te houden
Groep Romeinse bestuurders. Leden kwamen uit rijke Romeinse families

Slide 4 - Sleepvraag

Waarom heet het Grieks-Romeinse cultuur en niet de Romeinse cultuur?

Slide 5 - Open vraag

Romeinen
Grieken

Slide 6 - Sleepvraag

Onder wie werd het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
Julius Caesar
B
Brutus
C
Augustus
D
Cleopatra

Slide 7 - Quizvraag

"Dankzij de pax romana bloeide de handel op."

Leg uit wat het verband is tussen pax romana en de opbloeiende handel.

Slide 8 - Open vraag

Waarom was Romeins burgerrecht belangrijk in de oudheid? (meerdere antwoorden mogelijk)

Slide 9 - Open vraag

Wanneer was het Romeinse Rijk op zijn grootst?
A
27 v. Chr
B
14 na Chr
C
117 na Chr
D
246 na Chr

Slide 10 - Quizvraag

Waarom waren zoveel overwonnen volkeren bereid om te romaniseren?
A
openheid en tolerantie anders oorlog
B
openheid en tolerantie en wens burgerschap te krijgen
C
wens burgerschap te krijgen, veel feestdagen Romeinse religie
D
openheid en tolerantie en democratie

Slide 11 - Quizvraag


Limes


Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 12 - Tekstslide


Aan de grens
  • Als de Romeinen verslagen zijn in Germanië, besluiten zij om de Rijn als natuurlijke grens te gebruiken

  • Langs de Rijn worden Romeinse forten gebouwd om de Germanen tegen te houden

  • Bekende Romeinse steden in Nederland zijn: Maastricht, Nijmegen en Utrecht

Slide 13 - Tekstslide

Barbaren!
  • Ten oosten van het Romeinse Rijk leven er andere volkeren die niet bij het Romeinse Rijk behoren.
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros.
    Betekent -> onbeschaafde vreemdelingen ten oosten van de Rijn
  • Het Romeinse rijk was aantrekkelijk voor de Germanen -> rijke landbouwgrond, welvaart, etc.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bataven
Al waren het ooit bondgenoten of vijanden, Rome gooide iedereen op één hoop. Of het nu Bataven (groen) waren of niet. De Germanen, dat waren de vijanden! 
Friezen
Rome gooide iedereen op één hoop. Of het nu Friezen waren of niet. De Germanen, dat waren de vijanden! 
De Rijn
De Romeinen kwamen tot aan de rivier de Rijn. Aan de ene kant bouwden ze de Romeinse Limes. De grens van het Romeinse Rijk. De Germanen woonden aan de andere kant. (Geel)
Germanen: de wilde stammen

Slide 16 - Tekstslide

De Germaanse samenleving
  • De Germanen werden door de Romeinen gezien als barbaren.
  • Er waren  verschillende Germaanse volkeren die zich vanaf 600 v.C. vanuit het Oostzee gebied over Noordwest-Europa verspreidden
  • De Germanen leefden in een landbouwsamenleving en de krijgskunst stond bij hun hoog in het aanzien.
  • Er was constante (onderlinge) strijd

Slide 17 - Tekstslide

Slag bij Teutoburgerwoud 
(9 n.C.)


  • De Romeinen drongen door tot aan het gebied tussen de Rijn en de Elbe maar kwamen daar veel verzet tegen
  • Grote nederlaag voor de Romeinen, einde van de expansie. Ze trokken zich terug tot achter de Rijn.
  • De Romeinen waren beter georganiseerd, maar de Germanen kende hun gebied beter waardoor ze de Romeinen konden verrassen. (in het bos vechten en niet in open veld.



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Germaanse invallen
  • Vanaf de 3e eeuw n.C. drongen de Germanen het Romeinse rijk binnen.
  • Het afzetten van laatste keizer in 476 n.C. betekend het einde van het west Romeinse rijk

Slide 20 - Tekstslide

Val Romeinse Rijk
Vanaf de 3e eeuw raakte het Romeinse Rijk in verval, het rijk was onbestuurbaar geworden.
Oorzaken:
  • Legeraanvoerders die elkaar bestreden, veel machtswisselingen
  • Dodelijke epidemieën
  • Volksverhuizingen
  • Invallen van Germaanse plunderaars
Gevolg: Politieke instabiliteit
--> In 476 werd de laatste (West-)Romeinse keizer afgezet.


Slide 21 - Tekstslide

- Opdracht over feiten en meningen (Op papier, neem dit mee de volgende les)
- Opdracht paragraaf 4 pagina 31: 1, 3, 8 en 10
Aan de slag

Slide 22 - Tekstslide