Week 21-25 - betoog




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 21 - 25

timer
1:30
Je leert:
- een bouwplan voor een betoog maken
- een overtuigende tekst schrijven met inleiding, middenstuk en slot 
- je mening onderbouwen met argumenten
Vandaag:
- uitleg slot van je betoog
- aan de slag: informatie verzamelen + bronnen opslaan, bouwplan invullen + uitwerken inleiding, middenstuk, slot.
Je legt klaar:
- mapje/opdracht
- iPad

Overtuigend schrijven en spreken
- schrijven: betoog - 23 juni (voor 20 juni voor feedback)
- spreken: vlog - 23 juni
vergeet je leesboek niet!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsMiddelbare schoolLeerroute 2Leerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 21 - 25

timer
1:30
Je leert:
- een bouwplan voor een betoog maken
- een overtuigende tekst schrijven met inleiding, middenstuk en slot 
- je mening onderbouwen met argumenten
Vandaag:
- uitleg slot van je betoog
- aan de slag: informatie verzamelen + bronnen opslaan, bouwplan invullen + uitwerken inleiding, middenstuk, slot.
Je legt klaar:
- mapje/opdracht
- iPad

Overtuigend schrijven en spreken
- schrijven: betoog - 23 juni (voor 20 juni voor feedback)
- spreken: vlog - 23 juni
vergeet je leesboek niet!

Slide 1 - Tekstslide

Ontbreekt:
Fictiedossier: Melle, Tygo, Hamzah, Damian, Marith Milan, Stijn, Mathijs

Stageverslag: Jurre

Pizza-boekverslag: Mathijs, Milan
Toets in de toetsweek:
H1: lezen en woordenschat (herhaling) - week 25
H2: lezen en woordenschat (herhaling) - week 26
H3: lezen en woordenschat (herhaling) - week 26
H4: lezen en woordenschat (nieuw) - week 25

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding
- om plagiaat te voorkomen
- wij gaan voetnoten gebruiken
- in Word vind je dit bij 'verwijzingen'
- in de tekst komt dan een klein cijfertje
- onderaan de bladzijde zet je de link naar de bron of de titel en auteur van het artikel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Alinea 1:
Je trekt eerst de aandacht van je lezer door een van deze:
- actualiteit: iets wat laatst gebeurd is
- anekdote: een grappig verhaaltje
- geschiedenis: iets wat vroeger belangrijk was
- belang voor de lezer: 'voor iedereen is het belangrijk dat'

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Alinea 2:
Daarna introduceer je het onderwerp:
- met extra uitleg over het voorbeeld in alinea 1

Daarna je eigen standpunt. Dat is de hoofdgedachte van je tekst.
- "ik ben daarom van mening dat...."
- "ik vind dat ..."

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenstuk
Alinea 3:
Je eerste argument over waarom jij vindt dat het gekozen land een aanrader is. In deze alinea richt je je echt maar op één deelonderwerp, bijvoorbeeld: het eten, de natuur, de mensen, bijzondere bezienswaardigheden of de cultuur. Denk om de bronvermelding!

Als je meteen over heel veel deelonderwerpen gaat vertellen, verzwakt dat de sterkte van je argument.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenstuk
Alinea 4:
Je tweede argument over waarom jij vindt dat het gekozen land een aanrader is. Begin met een signaalwoord. In deze alinea richt je je echt maar op één deelonderwerp, bijvoorbeeld: het eten, de natuur, de mensen, bijzondere bezienswaardigheden of de cultuur. Denk om de bronvermelding!

Als je meteen over heel veel deelonderwerpen gaat vertellen, verzwakt dat de sterkte van je argument.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenstuk
Alinea 5:
Je begint hier met een argument die je tegenstander zou kunnen gebruiken. 
Begin bijvoorbeeld met: 'ik begrijp dat', 'aan de andere kant', 'er zijn mensen die'. Daarna weerleg je het tegenargument met een derde argument voor.
Denk aan een signaalwoord voor een tegenstellend verband, bijvoorbeeld : maar, echter, daarentegen.

Ik begrijp dat mensen een voorkeur hebben voor een zonnige bestemming, maar dat zijn vaak droge landen, met weinig groen. Dit land heeft...

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slot
Alinea 6:
- Je herhaalt je standpunt: "ik vind dus dat...". Dat mag letterlijk.
- Je vat je argumenten en weerlegging samen. Dat mag in één opsommende zin.
- Je sluit af met een afsluiter. Dit kan een oproep of advies zijn aan je lezer: "Ik zou zeggen..."; "Dus kom uit die luie stoel en ..."; "Daarom luidt mijn advies ...".

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies