9.1.1. Je kunt de belangrijkste eigenschappen van zouten noemen
9.1.2. Je kunt een oplosbaarheidstabel begrijpen en aflezen
9.1.3. Je kunt benoemen bij welke ionen een zout altijd goed oplosbaar is
9.1.4. Je kunt een oplosvergelijking en indampvergelijking opstellen
Slide 2 - Tekstslide
9.1: Oplossen en indampen van zouten
Slide 3 - Tekstslide
Triviale naam
Keukenzout
Kalksteen
Ongebluste kalk
Gips
Soda
Systematische naam
Slide 4 - Tekstslide
Triviale naam
Keukenzout
Kalksteen
Ongebluste kalk
Gips
Soda
Systematische naam
Natriumchloride
Calciumcarbonaat
Calciumoxide
Calciumsulfaat
Natriumcarbonaat
Slide 5 - Tekstslide
Verhoudingsformule
Systematische naam
Natriumchloride
Calciumcarbonaat
Calciumoxide
Calciumsulfaat
Natriumcarbonaat
Slide 6 - Tekstslide
Verhoudingsformule
NaCl
CaCO3
CaO
CaSO4
Na2CO3
Systematische naam
Natriumchloride
Calciumcarbonaat
Calciumoxide
Calciumsulfaat
Natriumcarbonaat
Slide 7 - Tekstslide
Zouten = ionaire stoffen
Een zout is altijd opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. Het positieve ion is meestal een metaal ion, het negatieve ion een enkelvoudig niet-metaal ion of een samengesteld ion.
Slide 8 - Tekstslide
Stofeigenschappen van zouten
Zouten zijn altijd in de vaste fase bij kamertemperatuur
Zouten zijn geurloos
Opgeloste zouten kunnen goed stroom geleiden, zouten in de vaste fase kunnen dit niet
Slide 9 - Tekstslide
Stroomgeleiding
Slide 10 - Tekstslide
Zouten oplossen
Hoe zou je dit opschrijven in een vergelijking?
Slide 11 - Tekstslide
Oplosvergelijking
Het vaste zout los je op, hierdoor krijg je losse, opgeloste, natrium en chloor ionen
Slide 12 - Tekstslide
Oplosbaarheidstabel
Slide 13 - Tekstslide
Oplossingsvergelijking
Oefenen! Schrijf de kloppende oplosvergelijkingen van de volgende zouten met faseaanduidingen:
1. BaCl2
2. Al2(SO4)3
3. FeSO4
timer
5:00
Slide 14 - Tekstslide
Oplossingsvergelijking
Oefenen! Schrijf de kloppende oplosvergelijkingen van de volgende zouten met faseaanduidingen:
1. BaCl2 (s) --> Ba2+ (aq) + 2 Cl- (aq)
2. Al2(SO4)3 (s) --> 2 Al3+ (aq) + 3 SO42- (aq)
3. FeSO4 (s) --> Fe2+ (aq) + SO42- (aq)
Slide 15 - Tekstslide
Oplossingsvergelijking
Oefenen! Schrijf de kloppende oplosvergelijkingen van de volgende zouten met faseaanduidingen:
1. BaCl2 (s) --> Ba2+ (aq) + 2 Cl- (aq)
2. Al2(SO4)3 (s) --> 2 Al3+ (aq) + 3 SO42- (aq)
3. FeSO4 (s) --> Fe2+ (aq) + SO42- (aq)
Slide 16 - Tekstslide
Oplossingsvergelijking
Oefenen! Schrijf de kloppende oplosvergelijkingen van de volgende zouten met faseaanduidingen:
1. BaCl2 (s) --> Ba2+ (aq) + 2 Cl- (aq)
2. Al2(SO4)3 (s) --> 2 Al3+ (aq) + 3 SO42- (aq)
3. FeSO4 (s) --> Fe2+ (aq) + SO42- (aq)
Slide 17 - Tekstslide
Indampvergelijking
Wat was indampen ook alweer?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Indampvergelijking
Een indampvergelijking is eigenlijk het omgedraaide van een oplosvergelijking.
Het opgeloste zout gaat terug naar de vaste fase omdat al het water verdampt uit de oplossing
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.