3.2 3t3

Welcome 3T3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome 3T3

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
13 december:
LB 2.8 (email schrijven) af, inleveren in 0.17 voor einde PRT

20 januari:
Engels toets: Schrijfopdrachten, word order, theme words Chapter 2 + theme words Chapter 5


Slide 2 - Tekstslide

Goals
You have practiced with the theme words (dictee style).

You have improved your writing assignment.

You can use a dictionary

Slide 3 - Tekstslide

Word order
1. Julia works every Saturday at the Albert Heijn.

2. Julia works at the Albert Heijn every Saturday. 

3. At the Albert Heijn Julia works every Saturday. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Example
Dear Mr. Jones,
 

I hope you are well. I have lost my coat and I need your help finding it.
I left my coat at the back of the bar at 9pm and by 1am it was not there anymore. It is a blue coat with white stripes on the front.
Did you find it or can you look at the cameras to see what happened? Please let me know very soon because it is very cold at the moment.
I look forward to hearing from you.
Kind regards,

Evan Hansen

Dear Mr. Jones,

I hope you are well. I have lost my coat and I need your help finding it.

I left my at the back of the bar at 9pm and by 1am it was not there anymore. It is a blue coat with white stripes on the front.

Did you find it or can you look at the cameras to see what happened? Please let me know very soon because it is very cold at the moment.

I look forward to hearing from you.

Kind regards,

Evan Hansen

Slide 6 - Tekstslide

Feedback

Let op de volgende punten:

Aanhef = Dear Mr. Jones, 
Afsluiting = Kind regards, (jouw naam)

De mail heeft 3 alinea's, in elke alinea wordt een nieuw punt besproken (zie de punten hiernaast).




De mail heeft de volgende punten:

1. De jas is kwijtgeraakt en er is beschreven hoe de jas eruit ziet.
2. Hoe laat ben is de schrijver er geweest en waar zat diegene?
3. Wat wil de schrijver dat de bar nu gaat doen?


Feedback ontvangen? Verbeter dit, schrijf het op papier en lever het in. 

Slide 7 - Tekstslide

Goals met?

You have practiced with the theme words (dictee style).

You have improved your writing assignment.

Slide 8 - Tekstslide

Woordenboek les
Je mag een woordenboek gebruiken tijdens:

  • Je examen!
  • Toets schrijfvaardigheid
  • Toets leesvaardigheid

Slide 9 - Tekstslide



At the end of this lesson you'll know how to use a dictionary. 
Aan het eind van de les weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet Hugo doen?
1. House
2. Said
3. Walks
Hugo moet deze woorden op  zoeken in het woordenboek. Maar hoe?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zijn woorden in het woordenboek geregeld?
A
Op het aantal letters in het woord.
B
Op alfabetische volgorde (A, B, C, D...)
C
Willekeurig

Slide 12 - Quizvraag

1. House 2. Said 3. Walks
Hans komt dit woord eerst tegen in het woordenboek:

Slide 13 - Open vraag

Welk woord vind je eerst in een woordenboek? 
Klik aan het woord en sleep dit naar de rode doelen.
Ball
Guitar
Kingdom

Slide 14 - Sleepvraag

Nog een keer oefenen:
Wait
Since
Text
Earth
Together
Toad
Zebra
Sing

Slide 15 - Sleepvraag

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 16 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 17 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 18 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 19 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 20 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 21 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 22 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 23 - Tekstslide

Leren begrijpen
pea [pi:] erwt; be as like as two ~s op elkaar gelijken als twee druppels water

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht: Zoek het woord 
'wall
op in het woordenboek.

Slide 25 - Tekstslide

Valt 'wall' in de 1e of 2e helft van het woordenboek?
1e helft
2e helft

Slide 26 - Poll

Hoe spreek je 'wall' uit?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent 'wall' in het Nederlands?

Slide 28 - Open vraag

Staat er een voorbeeld voor 'wall' in? Zo ja, schrijf dit op.

Slide 29 - Open vraag

bought
    got
Strolled      
    Thought
       Went
Balls
      Sneaking
   Mingled

Slide 30 - Tekstslide

Zoek het stamwoord met jouw partner.
Call
Calls
Called
Calling

Slide 31 - Tekstslide

Varianten van 'call'
Call
Called
Calling
Calls

Wat is hier het stamwoord?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Zet de letters in alfabetische volgorde:
W F O L D V

Slide 34 - Open vraag

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
why, paper, apple, tight, sleep

Slide 35 - Open vraag

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als laatste?
consult, construct, consider

Slide 36 - Open vraag

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
lamp, snake, under, high, table

Slide 37 - Open vraag

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Welk woord komt als eerste?
threat, thong ,throat, tight

Slide 38 - Open vraag

Zet de volgende woorden in alphabetische volgorde.

Slide 39 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 40 - Sleepvraag

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 41 - Open vraag

Gebruik je woordenboek! Wat is de betekenis van het volgende woord:
accurately

Slide 42 - Open vraag

'Hold your horses!'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 43 - Open vraag

"Hit the sack'
Wat betekent dit en op welk woord heb je gezocht?

Slide 44 - Open vraag



Do you know how to use a dictionary?
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?

Slide 45 - Tekstslide