Paragraaf 3.4 (1VMB)

Paragraaf 4

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.4

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Het klimaat in Nederland
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.4

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Het klimaat in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 4

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.4

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Het klimaat in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 4

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.4

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Het klimaat in Nederland

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht

-> Heb je de tekst goed
     gelezen?

-> Beantwoord dan de
     vragen op de
     volgende dia's.
 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de titel van § 3.4

Slide 6 - Open vraag

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?

Slide 7 - Open vraag

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Wat gebeurd er met de temperatuur als je vanuit Nederland naar het noorden reist?

Slide 9 - Open vraag

Wat gebeurd er met de temperatuur als je vanuit Nederland naar het zuiden reist?

Slide 10 - Open vraag

Hebben gebieden die op dezelfde breedte als Nederland liggen ook allemaal hetzelfde klimaat?

Slide 11 - Open vraag

Bekijk bron 26 en maak de zin af.
Zomer: hoe DICHTER bij zee, hoe.....de gemiddelde temperatuur.

Slide 12 - Open vraag

Bekijk bron 26 en maak de zin af.
Zomer: hoe VERDER van zee, hoe.....de gemiddelde temperatuur.

Slide 13 - Open vraag

Bekijk bron 26 en maak de zin af.
Winter: hoe DICHTER bij zee, hoe.....de gemiddelde temperatuur.

Slide 14 - Open vraag

Bekijk bron 26 en maak de zin af.
Winter: hoe VERDER van de zee, hoe.....de gemiddelde temperatuur.

Slide 15 - Open vraag

Wat is op een zomerdag het snelst opgewarmd? Het land (strand) of het water (de zee)?

Slide 16 - Open vraag

Wat warmt sneller op en koelt ook sneller af? (kies uit: land of water)

Slide 17 - Open vraag

Waarom kunnen Nederlanders vrij makkelijk in de winter een nieuwjaarduik in de Noordzee nemen?

Slide 18 - Open vraag

Waarom zijn de zomers in Nederland vaak niet heel warm?

Slide 19 - Open vraag

Waarom zijn de winters in Nederland vrij zacht (dat betekent: niet heel koud?)

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een AANlandige en AFlandige wind?

Slide 21 - Open vraag

Geven een aanlandige en aflandige wind in Nederland hetzelfde weerbeeld? Bron 25 helpt je aan een antwoord.

Slide 22 - Open vraag

Wat bedoelen we met een klimaatverandering?

Slide 23 - Open vraag

Wat kom je te weten over de klimaatverandering in Nederland?

Slide 24 - Open vraag

Paragraaf 3.4 doorgenomen?



->  Start dan met opdr. 7

-> Ga verder met opdr. 1 t/m 6

 

Slide 25 - Tekstslide

           Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 3.4' 

Slide 26 - Tekstslide