Lesweek 4: Zorgvragers met MS en spierziekten

Zorgvragers met MS en spierziekten
Les 4
Lesweek 4


IOZ
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zorgvragers met MS en spierziekten
Les 4
Lesweek 4


IOZ

Slide 1 - Tekstslide

Planning periode
Lesweek 1: Zorgvragers met een verstandelijke beperking
Lesweek 2: Zorgvragers met dementie
Lesweek 3: Zorgvragers met diabetes
Lesweek 4: Zorgvragers met MS en spierziekten
Lesweek 5: Workshops
Lesweek 6: Zorgvragers met CVA en ziekte van Parkinson
Lesweek 7: Presentaties ken je doelgroepen
Lesweek 8: Workshops
Lesweek 9: Afsluitende week

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Thieme

Maatschappelijke zorg KD2016
Titel: Begeleider gehandicaptenzorg MZ
Module 5 Cliënten met aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel
5.16 Multiple sclerose en amyotrofische laterale sclerose
5.17 Spina bifida en dwarsleasie


Slide 3 - Tekstslide

Onderwerpen
Theorie
  • Multiple sclerose (MS)
  • Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Opdracht
  • Dwarslaesie 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Je kunt uitleggen wat multiple sclerose (MS) is, inclusief de verschillende vormen van MS (zoals relapsing-remitting en secundair progressieve MS) en hun kenmerken
  • Je kunt beschrijven wat amyotrofische laterale sclerose (ALS) is, inclusief de oorzaken, progressie, en de gemiddelde levensverwachting van patiënten.
  • Je kunt uitleggen wat een dwarslaesie is, inclusief de oorzaken, typen (volledig of gedeeltelijk), en de impact op de motoriek en sensoriek onder de beschadiging.






Slide 5 - Tekstslide

Deel 1: MS en ALS
Multiple sclerose (MS) 


Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij over Multiple sclerose (MS)

Slide 7 - Woordweb

Ken jij iemand (in je omgeving) die MS heeft?

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Vormen van MS
Het is onvoorspelbaar en verschijnt in verschillende vormen.
  • snel ontwikkelen of langzaam
  • verschillende klachten
  • 1,5-2 jaar vorm van MS vastgesteld worden

vroege signalen:
tintelingen, schietende pijn of krachtverlies in een of meer ledematen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de meest voorkomende vorm van MS?

Slide 12 - Woordweb

Relapsing Remitting MS (RR)
  • 40% van alle mensen met MS
  • perioden van aanvallen en van herstel > elke aanval wordt de myeline in het centraal zenuwstelsel aangetast
  • nieuwe klachten of oude klachten verergeren
  • aanval duurt enkele dagen tot zes weken
  • in de herstelperiode maandenlang geen of weinig klachten
             Secundair Progressieve MS

Slide 13 - Tekstslide

Wat doet het myelinelaag?

Slide 14 - Open vraag

Secundaire Progressieve MS (SP)
  • Minder of geen herstelmomenten meer 
  • Myelinelaag wordt niet meer (volledig) hersteld
  • Langzame achteruitgang
  • 40% uiteindelijk SP MS

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken: onbekend (erfelijkheid, overgevoeligheidsreactie na een virus, voeding, hygiëne)

Diagnose: neurologisch onderzoek > motoriek, coördinatie, gevoel en reflexen. Maar ook MRI-scan en lumbaalpunctie (hersenvocht afnemen)

Behandeling: combinatie van medicijnen en therapieën
Wat voor therapieën?

Slide 17 - Tekstslide

Welke van de onderstaande klachten behoort tot MS-klachten?
A
Gehoorverlies
B
Blaasproblemen
C
Spierspasmen
D
Stemmingswisselingen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Lichamelijke verschijnselen

  • spraakstoornis;
  • motorische klachten;
  • sensibiliteitsstoornissen (gevoelsstoornissen);
  • coördinatieklachten;
  • problemen met het gezichtsvermogen;
  • blaasklachten;
  • darmklachten;
  • seksuele problemen;
  • toenemende verzwakking van de keel- en ademhalingsspieren.








Psychische verschijnselen

  • cognitieve problemen;
  • depressies, angsten;
  • verlies van initiatief, lusteloosheid en onverschilligheid;
  • verlies van gevoel van beschaafde omgangsnormen;
  • verlies van controle over emoties, snelle stemmingswisselingen, sneller in tranen of boos.




Slide 20 - Tekstslide

Deel 1: MS en ALS
    Multiple sclerose (MS) 


Amyotrofische laterale sclerose (ALS)

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet jij over Amyotrofische laterale sclerose (ALS)?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video

Amyotrofische laterale sclerose (ALS)
Is een ziekte waarbij de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg en het onderste deel van de hersenen (hersenstam) afsterven.

  • Functie verlies: spieren (behalve hartspieren)
  • > aangetaste zenuwcellen kunnen geen signalen doorgeven aan de spieren
  • Oorzaak: onbekend (5-10% erfelijkheid)
  • Geen medicijnen die het proces stoppen of genezen
  • Komt even vaak voor als MS
  •         300 keer de diagnose gesteld
  • 40 +
  • Mannen

Slide 24 - Tekstslide

Genadeloze ziekte
Momenteel is de gemiddelde levensverwachting van een ALS-patiënt slechts drie tot vijf jaar.

Symptomen zijn vaag in beginfase:
  • krachtverlies in armen, wat zich kan uiten in ‘onhandigheid’, dingen laten vallen;
  • moeite met fijne motoriek;
  • moeilijkheden bij het lopen;
  • klapvoet (door verlamming ‘klapt’ de voet naar beneden tijdens het lopen);
  • vermoeidheid;
  • fasciculaties en spierkrampen + dwanghuilen en dwanglachen.




Fasciculaties
zijn zichtbare, kleine, onwillekeurige spierbewegingen onder de huid
Dwanglachenen dwanghuilen
de momenten waarop cliënten met ALS lachen of huilen kloppen wel maar het is ‘overdreven’ of zij kunnen er niet mee stoppen: controleverlies

Slide 25 - Tekstslide

In een latere fase zijn de meest voorkomende symptomen:
  

  • problemen bij het eten, slikken met gevaar voor longontsteking;
  • spraakproblemen;
  • zwakker worden van armen en benen tot volledige verlamming;
  • afhangen van het hoofd door spierkrachtverlies van nekspieren;
  • ademhalingsproblemen;
  • angst en somberheid.





Slide 26 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Deel 2: Dwarslaesie
Ontstaat na een beschadiging of aandoening van het ruggenmerg, waardoor de continuïteit van het ruggenmerg wordt onderbroken.

  • leidt tot uitval van de motoriek (verlamming)
  • uitval van het gevoel onder die beschadiging
           doorknippen van een telefoonkabel

  1. prikkels die van de hersenen komen kunnen het gedeelte van het ruggenmerg onder de laesie (breuk) niet meer bereiken
  2. prikkels die in het onderste deel van het ruggenmerg binnenkomen kunnen het deel boven de laesie en dus ook de hersenen niet meer bereiken


Trauma
Operatie
Aangeboren afwijking
Ziekte van het zenuwstelsel

Slide 29 - Tekstslide

Jouw rol
Waarom is het belangrijk om kennis te hebben van deze doelgroep?

  • Om de beste mogelijke ondersteuning te bieden;
  • Mensen met een dwarslaesie hebben specifieke fysieke, emotionele en sociale behoeften;
  • Het begrijpen van deze aspecten stelt de maatschappelijk werker in staat om gerichte hulp en begeleiding te bieden, het juiste netwerk van zorg te coördineren, en effectief te communiceren met andere zorgprofessionals;
  • Dit zorgt ervoor dat de cliënt de nodige middelen en aanpassingen krijgt om een zo zelfstandig en kwalitatief mogelijk leven te leiden.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
''Woordweb maken over Dwarslaesie.''

Doel: Je krijgt inzicht in de verschillende aspecten van een dwarslaesie en leren deze informatie overzichtelijk en visueel aantrekkelijk te presenteren

Benodigdheden
- A3-papier
- Kleurpotloden, stiften of markers
- Internet of boeken voor onderzoek (maak ook gebruik van Thieme)

Slide 31 - Tekstslide

Presentatie
Tijd: 30 minuten (incl. presenteren)

Vragen en deelonderwerpen:
  • Wat is een dwarslaesie?
  • Wat zijn de oorzaken van een dwarslaesie?
  • Wat zijn de fysieke gevolgen van een dwarslaesie?
  • Welke emotionele en psychologische uitdagingen kunnen mensen met een dwarslaesie ervaren?
  • Welke behandelingen en revalidatie mogelijkheden zijn er?
  • Wat zijn de sociale en maatschappelijke implicaties van het leven met een dwarslaesie?
  • Welke hulpmiddelen en aanpassingen kunnen mensen met een dwarslaesie helpen?
  • Hoe kan een maatschappelijk werker ondersteuning bieden aan iemand met een dwarslaesie?

Tip: Gebruik kleurcodering om verschillende aspecten (fysiek, emotioneel, sociaal) te onderscheiden. 
Voeg visuele elementen toe zoals tekeningen,            symbolen of pictogrammen om het woordweb aantrekkelijk en begrijpelijk te maken
timer
30:00

Slide 32 - Tekstslide

Klaar?
  • Hang je woordweb op een gewenste plaats aan de muur mbv plakband
  • We wachten op elkaar
  • Iedereen klaar? Bespreken maar!
  • Kort samenvatten

Slide 33 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maatschappelijke zorg KD2016
Titel: Begeleider gehandicaptenzorg MZ
Module 5 Cliënten met aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel
5.16 Multiple sclerose en amyotrofische laterale sclerose
5.17 Spina bifida en dwarsleasie


Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen check
Jij kunt nu...

  • Uitleggen wat multiple sclerose (MS) is, inclusief de verschillende vormen van MS (zoals relapsing-remitting en secundair progressieve MS) en hun kenmerken
  • Beschrijven wat amyotrofische laterale sclerose (ALS) is, inclusief de oorzaken, progressie, en de gemiddelde levensverwachting van patiënten.
  • Uitleggen wat een dwarslaesie is, inclusief de oorzaken, typen (volledig of gedeeltelijk), en de impact op de motoriek en sensoriek onder de beschadiging.


Slide 35 - Tekstslide

Ik geef mijn houding tijden deze les het volgende cijfer:
110

Slide 36 - Poll

Ik geef deze les het volgende cijfer:
110

Slide 37 - Poll

Ik heb de volgende feedback
voor deze les:

Slide 38 - Woordweb

Vooruitblikken
Thieme
Titel: Begeleider gehandicaptenzorg MZ
Module 5 Cliënten met aandoeningen aan het centraal zenuwstelsel
5.16 Zorgvragers met een cerebrovasculair accident (CVA)
5.17 Zorgvragers met de ziekte van Parkinson







Slide 39 - Tekstslide