Op weg naar de Renaissance
De leerdoelen van de inleiding
1.De leerling moet belangrijke gebeurtenissen in een tijdbalk kunnen plaatsen.
2. De leerling moet kenmerken, personen, gebeurtenissen uit geschiedenis en oudheid in het bijzonder kunnen herhalen.
T
3. De leerling moet de r van de Middeleeuwen aan de hand van begrippen, personen, jaartallen kunnen plaatsen.
4.De leerling moet met de aangereikte gegevens bij 3 zelf bronnen kunnen zoeken.
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Op weg naar de Renaissance
De leerdoelen van de inleiding
1.De leerling moet belangrijke gebeurtenissen in een tijdbalk kunnen plaatsen.
2. De leerling moet kenmerken, personen, gebeurtenissen uit geschiedenis en oudheid in het bijzonder kunnen herhalen.
T
3. De leerling moet de r van de Middeleeuwen aan de hand van begrippen, personen, jaartallen kunnen plaatsen.
4.De leerling moet met de aangereikte gegevens bij 3 zelf bronnen kunnen zoeken.
Geef van elk een voorbeeld.
1. Noem 3 bekende filosofen en/ of wetenschappers.
2. Wat was het verschil tussen die twee groepen?
3. Wat was de overeenkomst tussen hun manier van denken?
1. Waarom was er sprake van een Grieks-Romeinse cultuur?
2. Waar gaan we het begin van deze cultuur op de tijdbalk plaatsen en waarom?
3.Waarom wordt dit ook wel de klassieke cultuur genoemd?
4. Hoe heet de verspreiding van deze cultuur?
1.Het Christendom gelooft maar in 1 God en vindt het geloof zo belangrijk dat het de jaartelling bij diens geboorte opnieuw laat beginnen. Waar plaats je dit op de tijdbalk?
2. De moslims vinden het moment dat Mohammed moet vechten voor zijn geloof zo belangrijk, dat dan voor hen de nieuwe jaartelling begint. Dat is 622 n.C. teken dit in op de tijdbalk.
3. In West-Europa is dan het West-Romeinse Rijk overgenomen door Germaanse stammen. De Middeleeuwen zijn begonnen.
Nu is het tijd om jullie eigen tijdbalk aan te vullen.
De klas wordt opgedeeld in 13 groepjes van 2 a 3 personen. Na afloop van jullie presentaties is jullie tijdbalk compleet.
Middeleeuwen begrippen
1. Zoek een bron bij jullie begrip.
2. Leg het begrip uit met behulp van de bron.
3. Waar hoort het begrip thuis in de tijdbalk?
Middeleeuwen personen
1. Zoek een bron bij jullie persoon.
2. Leg het belang van deze persoon uit met behulp van de bron.
3. Waar hoort de persoon thuis in de tijdbalk?
groep 1 Christendom staatsgodsdienst
in het Romeinse Rijk.
groep 2 Val van het West-Romeinse Rijk.
groep 3 horigheid/ hofstelstel.
groep 4 leen/ feodale stelsel.
groep 5 soorten geestelijken.
groep 6 Hanze.
groep 7 Opkomst van de Middeleeuwse steden (3 pers).
groep 8 Gilden.
groep 9 De Islam (3pers.).
groep 10 Karel de Grote.
groep 11 Willibrord.
groep 12 Kruistochten.
groep 13 Vroege/ late middeleeuwen. (4 p)
let op sociale, politieke en economische en overige culturele verschillen verschillen