Paragraaf 6 Goed verzekerd

Programma
Herhaling paragraaf 4.5
Huiswerk gemaakt paragraaf 4.5
Uitleg en maken paragraaf 4.6
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
Herhaling paragraaf 4.5
Huiswerk gemaakt paragraaf 4.5
Uitleg en maken paragraaf 4.6

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling..snelle ronde
Kies een begrip en leg uit..
Polis, Assurantiebelasting, Verzekeringsovereenkomst,
Verzekerde, Verzekeraar, Premie, Polisvoorwaarden,
Eigen risico, Materiële schade, 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten verzekeringen er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

§4.6 Goed verzekerd
Opdracht: Zoek voor de volgende verzekeringen op wat je verzekerd. Kies een verzekering en zoek op de ipad
  • autoverzekering.
  • inboedelverzekering.
  • opstalverzekering.
  • aansprakelijkheidsverzekering.
  • zorgverzekering
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Opstalverzekering
  • Opstalverzekering = voor schade aan het huis bij brand, storm en diefstal
  • herbouwwaarde
  • Alleen bij een koophuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 5 - Tekstslide

Inboedelverzekering
  • Inboedelverzekering = voor schade aan de spullen in je huis bij brand, wateroverlast en diefstal
  • Nieuwwaarde
  • Bij koophuis en huurhuis!!
  • Premie is een promillage van verzekerd bedrag
  • Krijgt nooit meer uitgekeerd dan verzekerde waarde

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

verzekeringskosten berekenen
Premie = € 110. Poliskosten = € 9,50. Assurantiebelasting = 21%. 





  • Bereken de verzekeringskosten 

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de premie
inboedel verzekerd voor € 60.000
premie € 2,55 per promille
beveiligd inbraaksysteem geeft 0,20 korting
poliskosten € 2,50
assurantiebelasting 21%
Wat is de premie? Kiest voor inbraaksysteem

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord
inboedel verzekerd voor € 60.000
€ 60.000 : 1000 x 2,35 = € 141
+ poliskosten € 2,50
=  € 141 + € 2,50 =  € 143,50
+assurantiebelasting 21%
€ 143,50 : 100 x 21 = € 30,14
totaalbedrag € 143,50 + € 30,14 = € 173,64

Slide 10 - Tekstslide

§4.6 Goed verzekerd
De onderverzekeringsbreuk is: (verzekerd bedrag : getaxeerde waarde) x schade = schadevergoeding
Een verzekeraar vergoedt nooit meer dan de getaxeerde waarde.


Voorbeeld
Het verzekerde bedrag is € 40.000; de getaxeerde waarde is € 50.000 en de schade is € 10.000.
De verzekeraar keert uit:
(€ 40.000 : € 50.000) x € 10.000 = € 8.000

Slide 11 - Tekstslide

Uitkering bij onderverzekeren

Slide 12 - Tekstslide

Oefening onderverzekering

Slide 13 - Tekstslide

Onderverzekering: 
                       verzekerde waarde < werkelijke waarde

Oververzekering:
                       verzekerde waarde > werkelijke waarde

Juiste verzekering:
                       verzekerde waarde = werkelijke waarde

Slide 14 - Tekstslide

Aansprakelijkheidsverzekering



  • Vergoedt schade aan mensen = lichamelijke schade
  • + Vergoedt schade aan spullen = materiële schade
  • Bij opzet GEEN vergoeding!!!
  • Geen vergoeding schade aan eigen spullen
  • Geen vergoeding bij nalatigheid

Slide 15 - Tekstslide

WA-verzekering
  • Auto, scooter, brommer
  • Schade aan lichaam van anderen
  • Schade aan spullen van anderen
  • Is verplicht als je motorvoertuig hebt

Slide 16 - Tekstslide

Premie auto afhankelijk van:
  • type auto ( het vermogen en gewicht)
  • het aantal gereden kilometers
  • de regio waar de bestuurder woont
  • leeftijd bestuurder onder de 24 jaar is
  • de waarde van het voertuig
  • het aantal schadevrije jaren ( bonus-malussyteem)
  • eventueel meeverzekeren van eigen voertuig. ( all risk-of cascoverzekering)

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten verzekeringen er zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 4.6

Slide 19 - Tekstslide