Week 24 Les 1

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

- Take your seat 

- Grab a pen

- Start with the starting exercise reading

- In silence

- Raise your hand if you have a question

- starting exercise

- kennisoverzicht

- grammar present simple / present continuous

- nakijken starting exercise 

Eindtoets: grammatica en leesvaardigheid

Grammatica:

1. Present simple vs. Present continuous
2. Past simple vs. Present perfect 
3.  Zinnen ontkennend maken in de hiervoor genoemde tijden
4. Zinnen vragend maken in de hiervoor genoemde tijden 

Reading:

Ongeveer 5 teksten 

Begrijpend lezen 

Kennisoverzicht

- Straks krijg je zowel een vol als een leeg kennisoverzicht

- De inhoud gaat over het laatste SE (grammatica en lezen)

- Gebruik deze kennisoverzichten goed bij het leren voor de toets

  

- starting exercise

- kennisoverzicht

- grammar present simple / present continuous

- nakijken starting exercise 

Present simple 

\

Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt, of als iets een feit is. Je gebruikt het ook om aan te geven dat iets volgens een rooster/schema gaat.

Signaalwoorden: never, ever, always, often, every day, every week etc.

Hoe ziet ie eruit

- hele werkwoord zonder TO (I work, you work etcetera)

- Bij SHe/He/It komt er een - S achter (he works, she works etc)

- Als je de present simple vragend/ontkennend maakt, heb je een vorm van TO DO nodig: I don't know, does she live in Groningen?

Uitzonderingen

• ww eindigt op  's' of klinkt als 's'                                        +es
  

….bv……..I watch,       He/she watches

• ww eindigt op   y, met een medeklinker ervoor:         +ies
  

….bv…… I cry,           He/she cries

             I try           He/she tries

• ww eindigt op een o, met een medeklinker ervoor   +es
  

….bv…….I go He/she goes

Present continuous 

Gebruik je:

- om aan te geven dat iets NU aan de gang is

- om aan te geven dat iets nog gaat gebeuren (gepland)

- om een ergernis aan te geven

Hoe ziet ie eruit?

- am/is are + ww + ing

- signaalwoorden: now, at the moment, look!, Listen!

- Voorbeeld: I am drinking coffee right now.

Listen! Someone is singing in the shower

1. Present Simple
2. Present Continuous

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not work) in the office every day.
(Geen afkorting gebruiken!)

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not solve) a crossword puzzle every day.
(Geen afkorting gebruiken!)

Present simple & present continuous
Look! That girl ..... (skate) really well.

Present Simple / Present Continuous

Jack ____ (not like) walking home in the rain. (geen afkorting)

Present Simple / Present Continuous

Where ___ you ___ (stay) at the moment?

present simple & present continuous

We usually .... (try) to eat healthy.

Worksheet - interview with a star

- In a moment, you will receive a worksheet 

- The dialogue on the worksheet is an interview with a famous person

- Individually, finish the sentences of the interview,

you can come up with your own answers, using the present simple and present continuous

- Done? Check if your sentences are grammatically

correct, using your Kennisoverzicht and wait for 

further instruction 

Worksheet - interview with a star

- In a moment, you will work together with your neighbour 

- You are going to play out the interview, one person is the interviewer, the other one the famous person.

- 3 minutes!

- Finished? Give each other feedback. Did the other person use the present simple / present continuous correctly? Use your kennisoverzicht to check

Worksheet - interview with a star

- Switch roles! 

- 3 minutes!

- Finished? Give each other feedback. Did the other person use the present simple / present continuous correctly? Use your kennisoverzicht to check

Check for understanding

Show me fingers:

On a scale of 1 to 4, how well do you understand Present Simple / Present continuous

1 finger = not at all

2 fingers = If I practice some more, I will understand 

3 fingers = I understand most of it

4 fingers = I understand all of it

- starting exercise

- kennisoverzicht

- grammar present simple / present continuous

- nakijken starting exercise 

1. Which statement is not true according to paragraph 1?

1. Mr Pratt believed in treating his clients well.
2. Mr Pratt had already quit his job when he received the money.
3. Mrs Watson had been Mr Pratt’s client for a long time.
4. Mrs Watson left Mr Pratt money to show her appreciation.

2. What becomes clear from paragraph 2?

1. Mr Pratt has mixed feelings about getting money from Mrs Watson.
2. Mr Pratt hopes he will get more customers like Mrs Watson.
3. C Mrs Watson had hinted at her plan to Mr Pratt during a ride.
4. Mrs Watson was always making up stories that Mr Pratt didn’t fall for.

3. Geef van elke bewering over Don Pratt aan of deze wel of niet wordt genoemd in alinea 3 en/of 4:

Hij bleef contact houden met mevrouw Watson tot aan haar dood.

1. wel
2. niet

3. Geef van elke bewering over Don Pratt aan of deze wel of niet wordt genoemd in alinea 3 en/of 4:

Hij vond dat hij zijn carrière te danken had aan mevrouw Watson.

1. wel
2. niet

3. Geef van elke bewering over Don Pratt aan of deze wel of niet wordt genoemd in alinea 3 en/of 4:

Hij was opgelucht dat hij kon stoppen met werken als taxichauffeur.

1. wel
2. niet

3. Geef van elke bewering over Don Pratt aan of deze wel of niet wordt genoemd in alinea 3 en/of 4:

Hij is bij de begrafenis van mevrouw Watson geweest.

1. wel
2. niet

4. What becomes clear about Mrs Watson in paragraph 4?

1. People had little idea of her private life.
2. She did many good deeds during her life.
3. She was richer than people thought.
4. The staff thought she was mentally ill.

- Reading

- Continue grammar (past simple - past continuous)