T = Tissue, weefsel Wat is de kleur?
I = Infectie ; is er sprake van een infectie?
M = Moisture = vocht; produceert de wond veel vocht?
E = Edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?
Met als doel: het creëren van een gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.