2. Klimaat en landschap

H1: De Verenigde Staten in Beeld

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1: De Verenigde Staten in Beeld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijs-uitreiking

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Topografie van de VS
*Teken eerst de vorm van de V.S. 
*Voeg de volgende steden toe: 
New York, Seattle, Chicago, Phoenix, Minneapolis, New Orleans, Miami, Los Angeles
*vlakten : Great Plains
* Gebergten: Sierra Nevada, Appalachen, Rocky Mountains, Coastal Ranges (kustgebergte)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verenigde Staten in beeld

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rocky Mountains (Canada)
Appalachen (Verenigde Staten)
Great Plains (Verenigde Staten)
Great Basin (Verenigde Staten)
Coloradocanyon (Verenigde Staten)
Cedros (Mexico)
Chihuahuawoestijn (Verenigde Staten / Mexico)
Mississippidelta (Verenigde Staten)
Everglades (Verenigde Staten)
Wat zie je?
Landschappen in de VS 

Slide 7 - Tekstslide

Welke landschappen komen er voor in de VS?

Voorkennis ophalen - leerlingen van Mavo 2 hebben deze thema in periode 3 als leerstof gehad)
 

Verschillende klimaten
Omdat:
- Hoogte ligging
- Breedte ligging
- Nabijheid zee
-ligging van gebergten
- Overheersende windrichting

Slide 8 - Tekstslide

Hoe verklaar je die verschillen?
Door de klimaatfactoren 
Temperatuurfactoren
Klimaatfactoren. 
Klimaat =temperatuur en neerslag

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuurfactoren
1.Breedteligging.
2.Hoogteligging
 3.Ligging gebergten.
4.Windrichtingen/Zeestromen
5.Gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
B48: Breedteligging en temperatuur

Slide 11 - Tekstslide

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

Hoogteligging
Algemene regel: 
Hoe hoger hoe kouder. 
 Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Ligging gebergten en klimaat

Slide 13 - Tekstslide

Inzoomen op de noord-zuidligging van de bergen.
Begrippen die hier aanbod komen staan op blz. 9.
Berg als klimaatscheiding

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. wind- en zeestromingen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging aan zee
B53 Temperatuur boven land 
en boven zee 

Slide 16 - Tekstslide

Het verschil in opwarming en afkoeling heeft gevolgen voor de temperatuur van de lucht erboven.
■ Boven zee zal de luchttemperatuur nooit erg hoog en ook nooit erg laag zijn. De zee heeft dan ook een matigende invloed op de temperatuur.
■ Boven land kan de lucht erg warm maar ook erg koud worden. De temperatuur kan ook heel snel wisselen.
Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebergten in de V.S.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebergten tekenen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rocky Mountains

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Appalachen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Appalachen: 1) oud gebergte (afgeronde toppen) 2) middelgebergte, noord-zuidligging

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van Sierra Nevada op de foto: 1) jong gebergte 2) regenschaduw aan lijzijde 3) stuwingsregen aan loefzijde 4) noord-zuidligging (houdt oceaanwind tegen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) de gebergten in het westen zijn veel hoger dan die in het oosten 2) de bergen liggen in een noord-zuidligging (en niet oost-west)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zijn belangrijk?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen par 1.1
Maken opdracht 2,3,4
 Deze opdrachten zijn moeilijk, maar ik raad je aan om even te puzzelen op deze opdrachten. We gaan ze na bespreken. Je hebt je aantekeningen over de temperatuursfactoren nodig. Gebruik voor opdracht 4 figuur 3 in je tekstboek.


Stop niet als je het moeilijk vind, maar ga juist even harder nadenken. SUCCES


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1: De Verenigde Staten in Beeld

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les....
  • Heb ik geoefend met de topografie van de V.S.

  • Weet ik welke temperatuurfactoren er zijn en hoe deze van invloed kunnen zijn op het klimaat


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

westen droge klimaten 
Oosten nattere klimaten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel dennenbossen
Enorme kou in New York

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaatsysteem van Köppen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Breedteligging

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. hoogteligging / 3. gebergteligging

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Gesteldheid van het aardoppervlak
Temperatuur boven land en boven zee

Slide 37 - Tekstslide

Het aardoppervlak bestaat voor 29% uit land en voor 71% uit water. De stralen van de zon vallen dus of op land of op water. Dat verschil is heel belangrijk voor de temperatuur . De opwarming en afkoeling van land gaan namelijk anders dan die van water.