§5 Wie heb je nodig?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

In deze les

Leer je wat de vier soorten bindingen zijn
Kun je een voorbeeld geven van elk van deze bindingen
Kun je vertellen wat sociale cohesie is

Bindingen

Een binding is een ander woord voor relatie (geen verkering)

Twee mensen hebben een relatie als ze soms kort of soms langer met elkaar te maken hebben

Soorten bindingen

Er zijn  verschillende soorten verbindingen. Je hebt namelijk niet dezelfde relatie met je ouders als met degene bij wie je je telefoon hebt gekocht. Toch heb je beide relaties nodig.

Vier soorten bindingen

Economische binding

Dit zijn de relaties die je hebt en te maken hebben met je levensonderhoud. Bijna alles dat je eet, drinkt of koopt is door anderen gemaakt. Je hebt dus enorm veel economische bindingen!

Kennisbinding

Dit zijn de bindingen die je hebt met alle mensen die je iets leren. Je hebt bijvoorbeeld een kennisbinding met mij

Gevoelsbinding

Met je vader en je moeder, broers en zussen, geliefden en goede vrienden ben je emotioneel verbonden. Je het heel erg als hen iets overkomt.

Politieke binding

De overheid zorgt voor dingen die wij onmogelijk zelf kunnen regelen. We zijn dus voor een belangrijk deel afhankelijk voor onze overheid. De mensen die daar werken (politici) kiezen we gelukkig deels ook zelf

Globalisering

Door de globalisering zijn de economische bindingen enorm toegenomen. Doordat de wereld steeds meer en makkelijker handel met elkaar kan drijven zijn er meer mensen nodig om een product te maken. Voorbeeld: iPhone
 (785 bedrijven en 31 landen)

Combinatie van bindingen

Je moeder geeft je zakgeld

1. - gevoelsbinding
2. - economische binding
3. - kennisbinding

Sociale cohesie

Bindingen maken duidelijk dat we in een samenleving afhankelijk zijn van elkaar.
We hebben elkaar dus nodig.
Als we het gevoel hebben bij elkaar te horen in een groep, wijk of land dan is de sociale cohesie hoog.

Sociale cohesie

Opdracht: economische binding

Kies een object dat je maken heeft met een hobby van je. Je kunt bijvoorbeeld een voetbal kiezen als je graag voetbalt.

Zoek op internet uit waar jouw product gemaakt wordt en waar de grondstoffen voor dat product vandaan komen.  Ga bijvoorbeeld naar de internetsite toe van voetballen.
Kun je het niet vinden? Kies dan een ander object.
Noteer je informatie op zo'n manier dat je het makkelijk kunt vertellen aan de klas.

Maken

Maak de opdrachten van §5 in je werkboek.

Vul ook de begrippenlijst in. Dit helpt je met leren voor de toets.