De Wereld van het Endocriene Stelsel

De Wereld van het Endocriene Stelsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Wereld van het Endocriene Stelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het pathologie endocriene stelsel begrijpen en de belangrijkste aandoeningen herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het pathologie endocriene stelsel?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het endocriene stelsel?
Het endocriene stelsel is een systeem in ons lichaam dat verantwoordelijk is voor het produceren en reguleren van hormonen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat het endocriene stelsel is en hoe het werkt.
Wat is pathologie?
Pathologie verwijst naar de studie van ziekten en hun oorzaken, processen en gevolgen.

Slide 5 - Tekstslide

Definieer het begrip 'pathologie' en leg uit waarom het relevant is voor het endocriene stelsel.
Aandoeningen van de schildklier
Hypothyreoïdie, hyperthyreoïdie en struma zijn veelvoorkomende aandoeningen van de schildklier.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf kort de belangrijkste aandoeningen van de schildklier en geef voorbeelden.
Symptomen van hypothyreoïdie
Vermoeidheid, gewichtstoename, depressie, koude intolerantie en traagheid zijn symptomen van hypothyreoïdie.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van hypothyreoïdie en vraag de studenten om andere symptomen te noemen die ze kennen.
Symptomen van hyperthyreoïdie
Gewichtsverlies, nervositeit, hartkloppingen, warmte-intolerantie en prikkelbaarheid zijn symptomen van hyperthyreoïdie.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van hyperthyreoïdie en vraag de studenten om andere symptomen te noemen die ze kennen.
Wat is diabetes?
Diabetes is een aandoening waarbij het lichaam problemen heeft met het reguleren van de bloedsuikerspiegel.

Slide 9 - Tekstslide

Geef een korte definitie van diabetes en leg uit waarom het relevant is voor het endocriene stelsel.
Type 1 diabetes
Bij type 1 diabetes produceert het lichaam geen insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel niet goed kan worden gereguleerd.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat type 1 diabetes is en bespreek mogelijke oorzaken.
Type 2 diabetes
Bij type 2 diabetes reageert het lichaam niet goed op insuline, waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat type 2 diabetes is en bespreek mogelijke risicofactoren.
Symptomen van diabetes
Veelvoorkomende symptomen van diabetes zijn overmatige dorst, frequent urineren, vermoeidheid en wazig zicht.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van diabetes en vraag de studenten om andere symptomen te noemen die ze kennen.
Wat is de alvleesklier?
De alvleesklier is een orgaan dat insuline produceert en betrokken is bij de spijsvertering.

Slide 13 - Tekstslide

Geef een korte beschrijving van de alvleesklier en leg uit waarom het relevant is voor diabetes.
De ziekte van Addison
De ziekte van Addison is een aandoening waarbij de bijnieren onvoldoende cortisol produceren.

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf de ziekte van Addison en leg uit hoe het de werking van het endocriene stelsel beïnvloedt.
Symptomen van de ziekte van Addison
Vermoeidheid, gewichtsverlies, lage bloeddruk en verkleuring van de huid zijn symptomen van de ziekte van Addison.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van de ziekte van Addison en vraag de studenten om andere symptomen te noemen die ze kennen.
Conclusie
Je hebt nu een beter begrip van het pathologie endocriene stelsel en de belangrijkste aandoeningen die daarmee verband houden.

Slide 16 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de studenten aan om vragen te stellen.
Vragen?
Zijn er nog vragen over het pathologie endocriene stelsel?

Slide 17 - Tekstslide

Geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen en moedig hen aan om actief deel te nemen aan de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.