In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Spelling
Meervoud op -en werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het einde van de les hebben we de werkwoordspelling herhaald en hebben we geoefend met spellen van lastige woorden in het meervoud op -en.
Slide 2 - Tekstslide
Raadsel
Welke letter hoort er niet bij?
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Persoonsvorm (tegenwoordige tijd/verleden tijd)
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Slide 4 - Tekstslide
Hoe spel je de werkwoorden?
De postbode [bezorgen] elke dag een pakketje bij mij.
Slide 5 - Open vraag
Hoe spel je de werkwoorden?
[Liggen] op de bank [betalen] mijn moeder de rekeningen.
Slide 6 - Open vraag
Hoe spel je de werkwoorden?
In het weekend heb ik de muren grijs [verven].
Slide 7 - Open vraag
Meervoud op -en
Het meervoud van slot is sloten. Maar toch is het meervoud van pot geen poten. Evenzo zegt men altijd: één vat en twee vaten, maar zal men zeggen: één kat en twee katen?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer met de meervoudsvormen bij woorden die eindigen op een -ie? (bijv. categorie/bacterie)
Slide 9 - Open vraag
Meervoud op -en bij -ee en -ie
Eindigt het woord op '-ee'? Dan plaats je er 'ën' achter Zee - zeeën, trofee - trofeeën
Eindigt het woord op ie?
klemtoon op 'ie'? Dan plaats je een 'ën' erachter Theorie - theorieën
Klemtoon niet op ie? Dan 'e' een trema en voeg je alleen een 'n' toe Olie - oliën
Slide 10 - Tekstslide
Plaats hier de foto's van het gemaakte huiswerk (opdr. 1 + 2 blz. 94-95)
Slide 11 - Open vraag
Antwoorden bespreken
Antwoorden bespreken opdracht 1 blz. 94-95
Slide 12 - Tekstslide
Herken de juiste meervoudsvorm!
Ga naar joinmyquiz.com
Vul de code in die op het scherm staat (andere scherm)