Bijwoorden zeggen iets over:
- het werkwoord: I really hate brussels sprouts.
- het bijvoeglijk naamwoord: She looks very beautiful
- een ander bijwoord: The race finished too quickly.
Plaats van het bijwoord:
- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen
- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter
(am, are, is, was, were)