3TG K3 verleden tijd haben & sein

verleden tijd haben & sein
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

verleden tijd haben & sein

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gestern ... (was) ein komischer Tag.
A
war
B
wart
C
hattet
D
hatten

Slide 3 - Quizvraag

Es regnete und es ... (was) kalt.
A
hatte
B
war
C
waren
D
wart

Slide 4 - Quizvraag

Mein Handy ... (was) kaputt.
A
war
B
hattest
C
hatte
D
wart

Slide 5 - Quizvraag

Du ... (had) Kopfschmerzen.
A
warst
B
hatte
C
war
D
hattest

Slide 6 - Quizvraag

Meine Brüder ... (hadden) ein Auto.
A
hatten
B
war
C
hattet
D
wart

Slide 7 - Quizvraag

Außerdem ... (waren) meine Eltern auch da.
A
war
B
warst
C
waren
D
wart

Slide 8 - Quizvraag

Du ... (had) schlechte Laune (humeur).
A
hattest
B
warst
C
war
D
hatte

Slide 9 - Quizvraag

wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits?

Slide 10 - Open vraag

Ich.................mit verschlafen. (verslapen)
A
hat
B
war
C
was
D
hatte

Slide 11 - Quizvraag