Zakelijke e-mail

Zakelijke e-mail
Wat weet je nog?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail
Wat weet je nog?

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke drie delen bestaat een zakelijke e-mail?

Slide 2 - Open vraag

Als je een e-mail naar een onbekende stuurt, hoe is de aanhef dan?

Slide 3 - Open vraag

Wat schrijf je in de inleiding van je e-mail?

Slide 4 - Open vraag

Welke twee dingen kunnen er in het middenstuk staan?

Slide 5 - Open vraag

Wat staat er in het slot van de e-mail?

Slide 6 - Open vraag

Als je een e-mail afsluit, welke beleefde groet gebruik je dan?

Slide 7 - Open vraag

Wat zet je onder je beleefde groet?

Slide 8 - Open vraag

Hoe spreek je de ander aan in een zakelijke e-mail?
A
Met je of jij
B
Met u

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer zet je je (huis)adres en/of telefoonnummer onder je zakelijke e-mail?
A
Als het nodig is
B
Altijd

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik je tussen alle onderdelen van een zakelijke e-mail een witregel?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Indeling zakelijke e-mail
 
• Zet achter Onderwerp: (e-mail) kort en duidelijk waarover je bericht gaat.

• indeling – Gebruik een witregel na de aanhef en voor je groet. Verdeel je tekst verder duidelijk in alinea’s. Gebruik hiervoor ook witregels.

• aanhef – Gebruik altijd een beleefde aanhef, zoals: Geachte heer of mevrouw,

• inleiding – Noem de aanleiding voor je bericht. Vertel waarom je schrijft en vertel als dat nodig is, ook wie je bent.

• middenstuk – Stel hier je vragen of geef meer informatie. Stuur je een bijlage
mee, noem die dan ook in je tekst.

• slot – Spreek een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld: Alvast bedankt voor uw reactie.

• groet – Sluit af met een beleefde groet
Schrijf je namens een groep, dan zet je dat eronder. Zet daaronder je voor- en achternaam. Bijvoorbeeld:
Met vriendelijke groet,
namens klas 4C
Dennis de Groot










Slide 12 - Tekstslide