Personeelsbeleid en interne organisatie - hoofdstuk 1

Personeelsbeleid en 
interne organisatie
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Personeelsbeleid en 
interne organisatie

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
In hoofdstuk 1 worden twee soorten arbeidsrelaties besproken:
  • Een werkende in dienst van een werkgever
  • Zelfstandigen (met of zonder personeel)

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
In hoofdstuk 1 worden twee soorten arbeidsrelaties besproken:
  • Een werkende in dienst van een werkgever
  • Zelfstandigen (met of zonder personeel)

Het grote verschil is dat een werkgever voor een werknemer bepaalt WAT hij moet doen en HOE hij dat moet doen. Een zelfstandige kan deze keuzes zelf maken, maar is daarmee ook volledig verantwoordelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Ben je werknemer in dienst van een werkgever, dan zijn er verschillende contractvormen mogelijk:
  • Vaste baan (arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd)
  • Tijdelijke baan (arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd)
  • Oproepkracht 

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".


Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".

De werkgever kan terugvallen op een vaste basis (bijvoorbeeld arbeidskrachten die nodig zijn voor de basisproductie) en vult dit aan met tijdelijke contracten (als er voor een korte of iets langere periode meer personeel nodig is).


Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Veel werkgevers kiezen voor een mix van vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Het deel van de tijdelijke overeenkomsten noemen we ook wel "flexibele schil".

De werkgever kan terugvallen op een vaste basis (bijvoorbeeld arbeidskrachten die nodig zijn voor de basisproductie) en vult dit aan met tijdelijke contracten (als er voor een korte of iets langere periode meer personeel nodig is).

Voordeel: een werkgever zit voor een deel van zijn personeel niet vast aan langlopende contracten (en kan dus in slechte tijden relatief eenvoudig kosten besparen).


Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
De andere arbeidsrelatie is zelfstandige.

Hierbij ben je, als zelfstandige, volledig verantwoordelijk voor het werk wat je doet en de risico's die er aan kleven. Er is dus niet sprake van een arbeidsovereenkomst.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
De andere arbeidsrelatie is zelfstandige.

Hierbij ben je, als zelfstandige, volledig verantwoordelijk voor het werk wat je doet en de risico's die er aan kleven. Er is dus niet sprake van een arbeidsovereenkomst.

Een paar kenmerken:
  • de zelfstandige loopt ondernemersrisico (minder of geen opdrachten, ziekte, aansprakelijkheid);
  • er moeten meerdere opdrachtgevers zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 gaat over arbeidsvoorwaarden en vooral: waar worden deze in vastgelegd?

We onderscheiden:
  • Wettelijke regelingen (minimumloon, arbeidstijdenwet)
  • Collectieve arbeidsovereenkomst
  • Individuele arbeidsovereenkomst

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak. In zo'n collectieve arbeidsovereenkomst worden verschillende afspraken vastgelegd die gelden voor alle werknemers in een bedrijfstak.

Het gaat om:
  • Afspraken over loon
  • Afspraken over loontoeslagen voor overwerk of ploegendienst
  • Afspraken over aantal vakantiedagen
  • Afspraken over scholing


Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Een collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak. In zo'n collectieve arbeidsovereenkomst worden verschillende afspraken vastgelegd die gelden voor alle werknemers in een bedrijfstak.

In een CAO gaat het om primaire arbeidsvoorwaarden, zoals loon en arbeidstijd, en secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals vakanties, pauzes, kinderopvang, studiefaciliteiten.


Slide 12 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Een individuele arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst tussen één werkgever en één werknemer. Hierin worden afspraken vastgelegd voor de individuele werknemer, met inachtneming van de cao-afspraken:

Het gaat om afspraken over:
  • Aantal uren
  • Werktijden
  • Te verrichten werkzaamheden
  • Salaris

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
In H2 gaat het ten slotte over hoe werknemers zich kunnen organiseren zodat hun belangen goed kunnen worden behartigd.

Twee vormen worden besproken:
  • Vakbond
  • Ondernemingsraad

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Een vakbond behartigt de belangen van werknemers in een bedrijfstak, maar ook op bedrijfsniveau. Voorbeelden van vakbonden:
  • AOb (Algemene Onderwijsbond)
  • FNV Bouw
  • NVP (Nederlandse Vereniging van Pluimveehouders)

Een vakbond onderhandelt over arbeidsvoorwaarden, maar ondersteunt ook op het gebied van juridische zaken (conflicten met werkgevers).

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Een ondernemingsraad vertegenwoordigt de werknemers in een bedrijf. 
Een ondernemingsraad heeft de volgende rechten:
  • Adviesrecht: over belangrijke financiële, organisatorische  en economische besluiten. Advies is niet bindend, maar een werkgever moet wel motiveren waarom zij er wel / niet iets mee doet.
  • Instemmingsrecht: op besluiten die direct betrekking hebben op het personeel, zoals arbeidstijden, vakanties en ziekteverzuim
  • Initiatiefrecht: op eigen initiatief kan een ondernemingsraad voorstellen doen om de bedrijfsvoering te verbeteren
  • Informatierecht: een werkgever heeft de plicht om (ongevraagd) informatie te verschaffen over onder meer de jaarrekening (financieel verslag), beloningen en beleid.

Slide 16 - Tekstslide