Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 2.5: passive recap, possessive, conjunction
English Class
To do today:
Recap: Passive voice
Explain: possessives
Explain: conjunctions
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
English Class
To do today:
Recap: Passive voice
Explain: possessives
Explain: conjunctions
Slide 1 - Tekstslide
Recap: Passive
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
What two things do you need to make a passive?
Slide 4 - Woordweb
How do you make the present simple in the passive?
Slide 5 - Woordweb
How do you make a past simple in the passive?
Slide 6 - Woordweb
Henry watches films.
Slide 7 - Open vraag
The people spoke English.
Slide 8 - Open vraag
The policemen help the children.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Possessives
Slide 11 - Tekstslide
Possessive (bezit)
's
namen, mensen en dieren
enkelvoud
meervouden
die
niet
op een
s
eindigen
uitdrukkingen van
tijd
Als een naam eindigt met een
s
dan
gebruik je OOK de regel '
enkelvoud
'
I like Tara
's
hair.
Who took Anthony
's
pen?
The cat
's
whiskers.
Men
's
clothing.
This is today
's
newspaper.
Lucas
's
iPad.
This is Charles
's
chair.
!!!!
Meg and Tara
's
bicycles are stolen.
Slide 12 - Tekstslide
Bezit
aanduiden
Even je kennis opfrissen...
Ken je deze nog?
Slide 13 - Tekstslide
Possessive (bezit)
meervouden die op
s
eindigen
My parent
s
'
car. (mum and dad = parents)
His sibling
s
'
hobby. (siblings = )
'
Slide 14 - Tekstslide
Possessive (bezit)
dingen van dingen
geografische namen
The roof
of
the house.
The capital
of
England.
Please open the door
of
this room.
The name
of
the school
The top floor
of
the building.
of
Slide 15 - Tekstslide
Examples
the car of John = John
's
car
the room of the girls = the girls
'
room
clothes for men = men
's
clothes
the boat of the sailors = the sailors
'
boat
Slide 16 - Tekstslide
Examples with time
Examples with
time
a day's work
a month's pay
today's newspaper
in a year's time
Slide 17 - Tekstslide
Waarom gebruik je hier 's ?
my friend's car
that dog's toy
Jaimy's bike
Slide 18 - Woordweb
Wanneer gebruik je alleen ' ?
my parents' house
those ladies' shoes
the students' books
Slide 19 - Woordweb
Waarom gebruik je hier of ?
the roof of the building
the capital of Germany
Slide 20 - Woordweb
Waarom gebruik je hier 's ?
the children's clothes
women's voting rights
Slide 21 - Woordweb
Isn't this ______ book?
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters
Slide 22 - Quizvraag
They are painting the ____ room this week.
A
Children's
B
Childrens
C
Childrens'
D
Children
Slide 23 - Quizvraag
Which is correct?
A
The window of the room
B
The room's window
Slide 24 - Quizvraag
Which is correct?
A
England's capital
B
The capital of England
Slide 25 - Quizvraag
_______ and ______ bags are black. (Jack – Joe)
A
Jack's / Joe's
B
Jack / Joe's
C
Jack / Joes
D
Jack's / Joe
Slide 26 - Quizvraag
Where is the ______ shower? (ladies)
A
ladies
B
ladies'
C
ladies's
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Conjunctions
Slide 29 - Tekstslide
Wat zijn
conjunctions
?
Slide 30 - Tekstslide
Conjunctions - voegwoorden
Leer de betekenis uit je hoofd, dat maakt het makkelijker!
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Conjunctions
Voegwoorden
zijn heel belangrijk voor de structuur van zinnen. Ze leggen verband tussen de verschillende delen in een zin.
Belangrijk bij Leesvaardigheid!
I love playing tennis,
but
I can’t today.
Wat er staat wordt duidelijker dankzij voegwoorden.
Slide 33 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
and
=
en
opsomming
I bought a tshirt, shoes
and
jeans.
because
= omdat
reden
I wasn't at school
because
I was ill
or
=
of
keuze
I go fishing
or
swimming.
so
=
dus
gevolg
I am tired
so
I am going to bed.
but
=
maar
tegenstelling
I like sports
but
I don't like football.
Slide 34 - Tekstslide
BUT
The building is big but ugly.
A
wanneer
B
als
C
maar
D
dan
Slide 35 - Quizvraag
OR
Is this a square or a circle?
A
of
B
als
C
maar
D
wanneer
Slide 36 - Quizvraag
SO
He had a good grade, so he celebrated that.
A
dus
B
of
C
als
D
en
Slide 37 - Quizvraag
I like sugar in my tea, _________ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 38 - Quizvraag
He was late __________ the bus didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or
Slide 39 - Quizvraag
We were very tired __________ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 40 - Quizvraag
Want to practice some more?
Versterk jezelf
Unit 2.5
Slide 41 - Tekstslide
Great Job!
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Unit 2 (passive, possessive) & conjunctions
December 2023
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Recap ch5 possessive and much&many 1hv5
Mei 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Possessive 's - ' - of
November 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Possessive 's - ' - of (6 dec)
December 2021
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Possessive 's - ' - of
16 dagen geleden
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Possessive 's - ' - of
Januari 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Possessive -s
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Possessive -s
April 2024
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1