Lesson 1.6 13 okt

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Today
  • Proef SO: Thursday 20th of October
  • Check homework exercises
  • Recap grammar: past simple vs. present perfect
       -  Work on exercises
  • Play Quizlet about idioom chapter 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Today
  • Proef SO: Thursday 20th of October
  • Check homework exercises
  • Recap grammar: past simple vs. present perfect
       -  Work on exercises
  • Play Quizlet about idioom chapter 2

Slide 1 - Tekstslide

Check homework
GB page 16
Exercise 1: Passive
Present simple (passive)
am/are/is + voltooid deelwoord
Past simple (passive)
was/were + voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

1. Die dure auto werd gekocht door een rijke man.

Slide 3 - Open vraag

2. Hoe wordt dit woord uitgesproken?

Slide 4 - Open vraag

3. Die meisjes werden op straat beroofd.

Slide 5 - Open vraag

4. Werd deze tekst vertaald door de leerlingen?

Slide 6 - Open vraag

5. Bananen worden geplukt wanneer ze nog groen zijn.

Slide 7 - Open vraag

6. Voetbal wordt in veel landen gespeeld.

Slide 8 - Open vraag

7. Het kind werd gepest omdat het een bril had.

Slide 9 - Open vraag

8. Je werd door Suzan geroepen.

Slide 10 - Open vraag

9. Werden jullie niet gevraagd om ons te helpen?

Slide 11 - Open vraag

10. Waarom werden jullie niet voor haar feest uitgenodigd?

Slide 12 - Open vraag

Past simple
vs.
Present perfect

Slide 13 - Tekstslide

Past simple 
Vorm:

1. Werkwoord + -ed
2. Onregelmatig werkwoord (2e uit het rijtje)

Gebruik:
Iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen
Columbus discovered America in 1492.
They went to the park yesterday.

Slide 14 - Tekstslide

Past simple 
Signaalwoorden:

yesterday
in .... (jaartal)
the other day/week
this morning
on .... (dag)
ago
last
earlier

Slide 15 - Tekstslide

Past simple 
English:

Nederlands:
verleden tijd
I played tennis last week.
He bought a new bike yesterday.

Ik speelde vorige week tennis.
Hij kocht gisteren een nieuwe fiets.

Slide 16 - Tekstslide

Present perfect
Vorm:

Has / have + voltooid deelwoord 
(werkwoord + ed / onregelmatig werkwoord 3e rijtje)
Gebruik:
1. Iets is in het verleden begonnen en nu nog aan de gang

I have lived in Eindhoven since 1998.

Slide 17 - Tekstslide

Present perfect
Gebruik:
2. Iets is in het verleden gebeurt en je merkt nu het resultaat

Jack feels sick. He has eaten too many sweets.

3. Praten over ervaringen (in iemands leven tot nu toe)

I have never been to Paris in my life.

Slide 18 - Tekstslide

Present perfect
Signaalwoorden:

since
yet
so far
just
already
for
(n)ever
lately

Slide 19 - Tekstslide

Present perfect
English:

Nederlands:
voltooid tegenwoordige tijd
It has snowed, therefore the road is slippery.
I have worked for that company for three years.

Het heeft gesneeuwd, daardoor is de weg glad.
Ik heb drie jaar voor dat bedrijf gewerkt.

Slide 20 - Tekstslide

Do the exercises
Work on exercises
Do: 2A & 2B (GB page 16-17)
Finished?
-  Study idioom chapter 2  (page 15-20)

Slide 21 - Tekstslide