Vectoren 1

Blok 4 les 1+2
Vectoren in het platte vlak
Vectoren in de ruimte
Een vectorvoorstelling en parametervoorstelling van een lijn
Hoek tussen twee lijnen in de ruimte
Inproduct van twee vectoren

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 les 1+2
Vectoren in het platte vlak
Vectoren in de ruimte
Een vectorvoorstelling en parametervoorstelling van een lijn
Hoek tussen twee lijnen in de ruimte
Inproduct van twee vectoren

Slide 1 - Tekstslide

vectoren in een assenstelsel
OA=(15)

Slide 2 - Tekstslide

vectoren in een assenstelsel
OB=(42)

Slide 3 - Tekstslide

vectoren in een assenstelsel
AB=(33)
BA=(33)

Slide 4 - Tekstslide

vectoren in een assenstelsel
OA=(15)
a=(15)

Slide 5 - Tekstslide

vectoren in een assenstelsel
OB=(42)
b=(42)

Slide 6 - Tekstslide

Lengte van een vector
b=(42)
(42)=22+42

Slide 7 - Tekstslide

Vectoren bij elkaar optellen
a+b

Slide 8 - Tekstslide

Vectoren bij elkaar optellen
a+b
a=(15)
b=(42)
(15)+(42)=(57)

Slide 9 - Tekstslide

Vectoren schalen
vermenigvuldigen van een vector 

Slide 10 - Tekstslide

Vectoren schalen
21b=21(42)=(21)
1,5a=1,5(15)=(1,57,5)

Slide 11 - Tekstslide

Vectoren schalen en optellen
21b=21(42)=(21)
1,5a=1,5(15)=(1,57,5)
1,5a21b=(1,57,5)(21)=(0,56,5)

Slide 12 - Tekstslide

Gegeven de vector
Geef de kentallen van de tegengestelde vector
a=(25)
a
A
(52)
B
(52)
C
(25)
D
(25)

Slide 13 - Quizvraag

Gegeven is de vector .

Dan is de vector gelijk aan
a=(32)
2a
A
(64)
B
(64)
C
(46)
D
(64)

Slide 14 - Quizvraag

Gegeven de vector en

Bereken
b=(72)
a=(31)
2b+a
A
(175)
B
(173)
C
(101)
D
(130)

Slide 15 - Quizvraag

Hoe berekenen we een hoek tussen twee vectoren?



Kort door de bocht:

cos((a,b))=abab

Slide 16 - Tekstslide

Inwendig product van twee vectoren

of korter, het inproduct

Slide 17 - Tekstslide

Een voorbeeld:
We berekenen de hoek tussen vector a en vector b:

a=(83)
b=(14)
cos((a,b))=abab

Slide 18 - Tekstslide

Een voorbeeld:
We berekenen de hoek tussen vector a en vector b:

ab=34+81=4
b=(14)
cos((a,b))=ab4
a=(83)

Slide 19 - Tekstslide

Een voorbeeld:
We berekenen de hoek tussen vector a en vector b:

ab=32+8242+(1)2=1241
b=(14)
cos((a,b))=12414
a=(83)

Slide 20 - Tekstslide

Een voorbeeld:
We berekenen de hoek tussen vector a en vector b:

b=(14)
cos((a,b))=12414
a=(83)
(a,b)=cos1(12414)83,5°

Slide 21 - Tekstslide

Nu jullie!
Bereken de hoek tussen de vectoren c en d:
c=(23)
d=(17)

Slide 22 - Open vraag

tegengestelde vectoren
som van vectoren
kentallen
lengte van vector

Slide 23 - Sleepvraag

Bereken de lengte van vector
a=(24)
A
a=20
B
a=25
C
a=6

Slide 24 - Quizvraag

Bereken van de volgende vectoren en


a=(21)
b=(13)
cosα
A
(5)106
B
(5)105
C
(5)103
D
(510)5

Slide 25 - Quizvraag

Bereken de hoek in hele graden nauwkeurig tussen de vectoren
en


a=(21)
b=(13)
A
135
B
45

Slide 26 - Quizvraag

 De vectorvoorstelling van een lijn

Slide 27 - Tekstslide

De vectorvoorstelling van een lijn

Slide 28 - Tekstslide

De vectorvoorstelling van een lijn

Slide 29 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Stel de vectorvoorstelling op van de lijn door A(-1,2) en B(3,4)
Stap 1. Bepaal de steunvector
Stap 2. Bepaal de richtingsvector  
Stap 3. Stel de vectorvoorstelling van de lijn op:

a
ba
(yx)=a+λ(ba)

Slide 30 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Stel de vectorvoorstelling op van de lijn door A(-1,2) en B(3,4)
Stap 1. Bepaal de steunvector

a
a=(21)

Slide 31 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Stel de vectorvoorstelling op van de lijn door A(-1,2) en B(3,4)
Stap 1. Bepaal de steunvector

Stap 2. Bepaal de richtingsvector  


ba=(43)(21)=(24)
a=(21)

Slide 32 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Stel de vectorvoorstelling op van de lijn door A(-1,2) en B(3,4)
Stap 1. Bepaal de steunvector
Stap 2. Bepaal de richtingsvector  


ba=(43)(21)=(24)
a=(21)
(24)(12)

Slide 33 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Stel de vectorvoorstelling op van de lijn door A(-1,2) en B(3,4)
Stap 1. Bepaal de steunvector
Stap 2. Bepaal de richtingsvector  
Stap 3. Stel de vectorvoorstelling van de lijn op:

(yx)=(21)+λ(12)
a=(21)
(12)

Slide 34 - Tekstslide

Vanuit vectorvoorstelling naar parametervergelijking:
(yx)=(21)+λ(12)
x(t)=1+2t
y(t)=2+t

Slide 35 - Tekstslide

En nu naar de ruimte!!!

Slide 36 - Tekstslide

Punten in de ruimte
A(x,y,z)

Slide 37 - Tekstslide

Punten in de ruimte
A(4,0,0)

Slide 38 - Tekstslide

Punten in de ruimte
A(4,0,0)
F(4,2,3)

Slide 39 - Tekstslide

Vectoren in de ruimte
A(4,0,0)
F(4,2,3)
B(4,2,0)
D(0,0,3)

Slide 40 - Tekstslide

Lijn in de ruimte
lijn k  door A en G

Slide 41 - Tekstslide

Hoek tussen twee lijnen 
lijn k  door A en G


en lijn l door O en F


Slide 42 - Tekstslide

Hoek tussen twee lijnen

Slide 43 - Tekstslide