Meten: omtrek & oppervlakte

Omtrek en oppervlakte
Hoe zat het ook alweer?

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Omtrek en oppervlakte
Hoe zat het ook alweer?

Slide 1 - Tekstslide

Van wat kan je allemaal op de oppervlakte/omtrek opmeten?

Slide 2 - Open vraag


OMTREK



omtrek = om het figuur heen
Optellen van alle zijden
7 + 7 + 4 + 4 = 22 cm

Slide 3 - Tekstslide

Oppervlakte = vierkante ......






er komt een 2 boven!
'

Slide 4 - Tekstslide

Omtrek betekent
A
De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
B
De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de omtrek?
A
60m
B
59m
C
72m
D
62m

Slide 6 - Quizvraag

Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek/vierkant?
A
lengtediepte
B
hoogtediepte
C
lengtebreedte
D
lengtebreedtehoogte

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb een rechthoek van 6 cm bij 10 cm. De oppervlakte van deze rechthoek is?
7
A
60 cm2
B
32 cm2
C
40 cm2
D
24 cm2

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
12 vierkante cm
B
24 cm
C
27 cm
D
27 vierkante cm

Slide 9 - Quizvraag

Ezelsbruggetje
Kan  Het  DAMetje  Met  DCM  Meten?

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf op een papier de volgorde van de maten van groot naar klein. Dus begin bij KM.

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag!
- Meet met een rolmaat de verschillende opdrachten
- Zet erachter of je in meters (m2) of in centimeters (cm2) hebt gemeten! 
- Bestand staat in Teams bij VSO Rood
- Volgende week gaan we het blad samen bespreken.

Slide 12 - Tekstslide