AK2_berg naar zee - De Rijn

Ak 2 De Rijn
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ak 2 De Rijn

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen?
✅ Ik ken de verschillende delen van een rivier.
✅ Ik kan de processen in de verschillende delen van een rivier benoemen.
✅ Ik kan verschillende soorten rivieren benoemen.
✅ Ik weet wat meanderen is.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lengteprofiel
Lengteprofiel = doorsnede van een rivier van bron tot monding. Bestaat uit:
  • bovenloop
  • middenloop
  • benedenloop

Slide 7 - Tekstslide

 Verval en verhang

Slide 8 - Tekstslide

Verval = hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier.
Verhang = het verval per km.

Slide 9 - Tekstslide

De Rijn
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan.

Slide 10 - Tekstslide

De Rijn
Langs de Rijn zijn prachtige plekken, zoals de watervallen bij Schaffhausen in Zwitserland. 

De Rheinfall is 150 meter breed en 23 meter hoog. Het water klettert met een enorm lawaai naar beneden. 

 Van Zwitserland stroomt het water in de Rijn naar Duitsland en wordt daar steeds breder en rustiger.

Slide 11 - Tekstslide

De Rijn
De Rijn komt Nederland binnen bij het dorp Spijk. Hier ligt de rivier nog maar net boven de zeespiegel. Vanaf de Duitse stad Bonn heet de Rijn daarom ook wel de ‘Neder-Rijn’. Het is de benedenloop van de rivier. ‘Neder’ is een ander woord voor ‘laag’. Vandaar de naam Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

De Rijn
In het vlakke land stroomt het water langzamer. Bovendien kan het gemakkelijker meer kanten op stromen en maakt het kronkelige bochten. Dat heet meanderen

Net als de Rijn, komen meer rivieren uit in Nederland. Bijna al die rivieren monden uit in de Noordzee.

Slide 13 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta

Slide 14 - Tekstslide

bovenloop
Groot verval
Klein verval
middenloop
benedenloop

Slide 15 - Tekstslide

Bovenloop: steile hellingen (veel reliëf), smal en snelstromend water.

Middenloop: snelheid neemt af, rivier gaat grote bochten maken (meanders).

Benedenloop: trage stroming, brede rivier, eindigt in zee.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Meanderende rivier

Slide 18 - Tekstslide

1. Waarom is een meanderende rivier niet altijd even handig?
2. Welk probleem ontstaat steeds vaker door de aanleg van de dijken rond de rivieren?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video