In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Les 2 Voer
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet dat je dieren niet te veel en niet te weinig moeten voeren
Je weet welke soorten voer de belangrijkste gezelschapsdieren eten
Je kunt de belangrijkste soorten voer herkennen
Je kunt dieren voeren aan de hand van een schema of voerkaart
Je kunt hoeveelheden voer afwegen
Slide 2 - Tekstslide
Voer en water
Als je een gezelschapsdier houd moet je het voer geven. De hoeveelheid en wat je een dier geeft hangt af van het soort dier.
Het soort voer en de hoeveelheid voer die je elke dag geeft noem je het rantsoen.
Belangrijk is dat er altijd vers water is
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Honden en katten
Honden en katten zijn carnivoren. Dat betekend dat hun voer veel uit vlees bestaat.
Volledig voer is voer waar alles in zit voor honden en katten.
Onvolledig voer is voer waarbij een dier alleen één onderdeel krijgt.
Slide 5 - Tekstslide
Volledig voer
Slide 6 - Tekstslide
Onvolledig voer
Slide 7 - Tekstslide
Konijnen en knaagdieren
Konijnen en knaagdieren als cavia's, hamsters en gerbils eten konijnen - of knaagdierenvoer.
Bij konijnen en cavia's vul je dit aan met hooi of ander knaagmateriaal.
Konijnen en cavia's zijn planteneters: zij hebben genoeg aan voer en hooi plus af en toe wat groente.
Cavia's maken zelf geen vitamine C aan, dus daar moet je zelf wat extra bij doen.
Slide 8 - Tekstslide
Hamster en gerbils zijn alleseters: zij eten ook dierlijk voer.
Slide 9 - Tekstslide
Vogels
Parkieten en kanaries zijn zaadeters. Voer dat je koopt is dan ook bijna alleen maar zaad. Ze pikken daar vaak het lekkerste uit.
Naast zaadvoer krijgen vogels ook eivoer. Dit is voor als ze nog groeien of in de rui zijn.
Vogels verteren voer door kleine steentjes in de maag , daarom hebben ze ook grit nodig.
Slide 10 - Tekstslide
Vogels verteren voer door kleine steentjes in de maag , daarom hebben ze ook grit nodig.
Slide 11 - Tekstslide
Reptielen, amfibieën en vissen
Reptielen, amfibieën en vissen zijn koudbloedig. Dit betekend dat ze dezelfde temperatuur als hun omgeving hebben en minder energie verbruiken. Ze hebben hierdoor relatief minder voer nodig.
Ze hoeven maar een paar keer er week gevoerd te worden. Vaak bestaat dit dan uit levende dieren.
Warmbloedige dieren gebruiken veel energie en hebben dus ook meer voeding nodig.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.